§1.1 Veranderingen in woonbuurten

Weekplanning
Week 45
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Deel 1
Week 50
Deel 2
Week 51
H1 §1
H1 §2+3
H2 §1
H2 §1+ 2
H2 §3
Topootjes  knallen

TOETSWEEK

Hoeveel paragrafen? 

Weet ik nog niet!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weekplanning
Week 45
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Deel 1
Week 50
Deel 2
Week 51
H1 §1
H1 §2+3
H2 §1
H2 §1+ 2
H2 §3
Topootjes  knallen

TOETSWEEK

Hoeveel paragrafen? 

Weet ik nog niet!

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Klassikaal
Hey, wauw een boek! --> blz. 4 Inhoudsopgave
Intro + Uitleg
Zelfstandig aan de slag
 lezen 1.1 + maken opdrachten



Slide 2 - Diapositive

Uitleg §1.1 verandering in woonbuurten

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kent de kenmerken van woonbuurten.
  2. Je begrijpt hoe en waarom woonbuurten veranderen.
  3. Je kunt aan de hand van woningsoorten en woontypes uitspraken doen over woonbuurten.

Begrippen:
Woonbuurten, woonomgeving, welvaart, mobiliteit, renovatie, sanering, verpaupering en gentrificatie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Nu!

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Video armste wijk van Nederland


Video Krooswijk - Rotterdam

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Kenmerken van woonbuurten
Elke woonbuurt (gebied met wonen als belangrijkste functie) heeft zijn eigen woonomgeving (kenmerken hoe het eruit ziet).
Woonbuurten veranderen doordat de samenleving verandert.

Slide 17 - Diapositive

Woonbuurten
gebied met wonen als belangrijkste functie. 

Een stad heeft vaak meerdere functies zoals wonen, werken en recreeren. Deze functies kan je herkennen aan het uiterlijk van de gebouwen in de stad.

Slide 18 - Diapositive

Woonomgeving
kenmerken hoe het eruit ziet. 

Woonbuurten zien er verschillend uit afhankelijk van de tijd waarin ze gebouwd zijn en de  eisen die gesteld werden in die tijd. Dit komt omdat de samenleving verandert.

Slide 19 - Diapositive

De samenleving verandert
Reden:
Sinds begin 20e eeuw is de welvaart (rijkdom) toegenomen.

Gevolg:
Meer mobiliteit (verplaatsing van mensen)
Daardoor zijn er meer auto’s, is er meer verkeer en gaan we vaker op vakantie. En kunnen we verder van ons werk gaan wonen in een mooiere omgeving.

Ook de overheid bemoeit zich met de woningbouw via de woningwet en eist dat bepaalde voorzieningen als een eigen badkamer in nieuwe huizen worden geplaatst.


Slide 20 - Diapositive

Aanpassing woonomgeving
De manier van leven veranderde en de woonomgeving moest aangepast worden. 

Dus: buurten opknappen en woningen moderniseren om verpaupering tegen te gaan.

Dat kan op twee manieren:
Renovatie: opknappen van oude huizen
Sanering: oude huizen vervangen door nieuwbouw en de wijk herinrichten

Slide 21 - Diapositive

Gentrificatie
Als buurten opknappen doordat er
mensen gaan wonen met geld noem
je dat ...
Gentrificatie herwaarderen van een buurt, er komen meer rijken waardoor voor armen de buurt, vaak de binnenstad,  te duur wordt.
Zij verhuizen door naar andere "arme" buurten. 

Slide 22 - Diapositive

TOPOOOOOOOtje knallen
timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Maken
Paragraaf 1.1 opdracht 1,2,3,4,5,7

Slide 24 - Diapositive

De samenleving verandert
Welke veranderingen in de woon-omgeving zijn er door de gestegen welvaart en toegenomen mobiliteit?

1 Scheiding van wonen en werken. Werken in de stad en wonen in de omgeving van de stad. Gevolg woon-werkverkeer (forensisme) en files
2 Te weinig parkeerruimte. Mensen hebben meer geld en daardoor vaker en tweede auto.
3 Minder bewoners per woning. Mee alleenstaanden, gescheiden gezinnen.
4 Minder buurtwinkels. Mensen doen boodschappen in supermarkten of laten boodschappen bezorgen.
5 Verouderde huizen of nieuwe huizen.

Slide 25 - Diapositive

Herkennen jullie de introtekst thuis bij jullie zelf? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 26 - Question ouverte

Begrippen
woonbuurt – Een deel van een dorp of stad waar wonen de belangrijkste functie is. 
woonomgeving – De optelsom van de kenmerken van het gebied waarin je woont. 
welvaart – De rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd). 
mobiliteit – De verplaatsing van mensen en goederen per vervoermiddel. 
renovatie – Het opknappen van huizen in oude wijken door het aanbrengen van centrale verwarming, kunststof kozijnen, betere douches en keukens. 
sanering – Vorm van stadsvernieuwing waarbij huizen of een fabriek worden afgebroken en
er iets nieuws, meestal huizen, voor in de plaats komt.

Slide 27 - Diapositive

Begrippen
verpaupering – Het verslechteren van de woonsituatie in de oude woonwijken. Steeds meer
huizen verkrotten, er wordt niets meer aan herstel gedaan. Mensen met een wat hoger
inkomen verdwijnen. 
gentrificatie – Herwaardering van een oude buurt. Er komen in een buurt steeds meer rijken
te wonen waardoor de in kwaliteit toegenomen buurt soms voor armere mensen te duur
wordt. 

Slide 28 - Diapositive

Beeldcarrousel - De Jordaan

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Wat is een kenmerk van een woonbuurt?
A
Soort huizen
B
Het heeft de functie industrie
C
Ze zien er allemaal hetzelfde uit
D
Ze veranderen niet.

Slide 31 - Quiz

Welk van onderstaande redenen is geen verandering in de maatschappij waardoor woonbuurten veranderen?
A
Toegenomen mobiliteit
B
Toegenomen analfabetisme
C
Toegenomen welvaart
D
Woningwet

Slide 32 - Quiz

De foto hiernaast is een voorbeeld van een wijk met ...
A
koopwoningen
B
huurwoningen

Slide 33 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten in je werkboek:

Stap 1: Blz. 8 - Paragraaf 1.1

Stap 2: Blz. 98-99
Opdracht 1 t/m 4



Slide 34 - Diapositive