Bloed les 2

Bloed & bloedvaten
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bloed & bloedvaten

Slide 1 - Diapositive

Bloed


60% bloedplasma 


40% vaste bestanddelen
 

Slide 2 - Diapositive

Bloedsamenstelling

Slide 3 - Diapositive

Rode bloedcel
Vorm: kleine, ronde schijfjes.
Celkern: nee

Functie: vervoert zuurstof 

Slide 4 - Diapositive

Een witte bloedcel heeft een celkern

Slide 5 - Diapositive

Bloedplaatje
Geen celkern

Wondje => bloedplaatje breekt open  => draden worden gevormd=> bloedcellen komen hierin vast te zitten=> korstje.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Een bloeddonor is iemand die...
A
bloed geeft
B
bloed ontvangt

Slide 8 - Quiz

Word jij later een bloeddonor?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Misschien kan ik geen bloeddonor zijn

Slide 9 - Quiz

Dit zijn?
A
rode bloedcellen
B
bloedplaatjes
C
witte bloedcellen

Slide 10 - Quiz

Welk bloedonderdeel vervoert zuurstof?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 11 - Quiz

Ik ben een?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 12 - Quiz

Mijn taak is?
A
Zuurstof vervoeren
B
bacteriën en virussen doden
C
Korstje maken

Slide 13 - Quiz

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
Bloedplasma en bleodplaatjes
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 14 - Quiz

Bloedplasma heeft
als taak?
A
hormonen vervoeren
B
voedingsstoffen vervoeren
C
afvalstoffen vervoeren
D
alle genoemde stoffen vervoeren

Slide 15 - Quiz

longslagader
1
aorta
2
bovenste holle ader
2a
onderste holle ader
2b
longader
1a

Slide 16 - Diapositive

Bloed stroomt door verschillende bloedvaten

Slide 17 - Diapositive





slagaders    => van het hart naar de organen

Slide 18 - Diapositive





aders  => van de organen terug naar het hart


Slide 19 - Diapositive




haarvaten => één cel dikke bloedvat waar de voedingsstoffen en zuurstof afgegeven wordt aan de organen/weefsels/cellen

Slide 20 - Diapositive

Een bekend voorbeeld van haarvaten zijn de longhaarvaten 
longhaarvat met weinig zuurstof
longhaarvat met veel zuurstof

Slide 21 - Diapositive

slagader en ader
haarvat

Slide 22 - Diapositive

In aders zitten kleppen

Slide 23 - Diapositive

doorsnede van een ader en slagader onder de microscoop

Slide 24 - Diapositive

Alle slagaders zijn zuurstofrijk behalve:
longslagader
navelstrengslagader

Alle andere slagaders zijn 
zuurstofrijk

Slide 25 - Diapositive

Alle aders zijn zuurstofarm behalve:
longader
navelstrengader

Alle andere aders zijn 
zuurstofarm

Slide 26 - Diapositive

Slagaders

  • dik en gespierd
  • zonder kleppen
  • bloed van het hart -> organen
  • vervoeren zuurstofrijk bloed
  • hoge bloeddruk
  • je kunt de hartslag voelen
  • liggen diep in ons lichaam
Aders

  • minder gespierd en dunner
  • met kleppen
  • bloed van de organen -> hart
  • vervoeren zuurstofarmbloed
  • lage bloeddruk
  • je kunt geen hartslag voelen
  • liggen vlak onder de huid

Slide 27 - Diapositive

Bloedsomloop
Het bloed haalt in de kleine bloedsomloop zuurstof op.
In de grote bloedsomloop wordt het zuurstof afgegeven aan de organen

Slide 28 - Diapositive

Bloedsomloop
Grote en kleine bloedsomloop. Het bloed stroomt tweemaal door het hart

Slide 29 - Diapositive

Kleine bloedsomloop
  • rechterkamer
  • longslagader
  • longhaarvaten
  • longader
  • linkerboezem

Functie: zuurstofarm bloed zuurstofrijk maken.
Grote bloedsomloop
  • linkerkamer
  • aorta
  • heel het lichaam
  • holle ader
  • rechterboezem

Functie: organen van zuurstof voorzien.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Naamgeving bloedvaten

Slide 32 - Diapositive

Ik ben slechts één cel dik. Wie ben ik?
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 33 - Quiz

Ik heb een dikke gespierde wand en vervoer bloed naar de organen.
Wie ben ik?
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 34 - Quiz

Ik vervoer zuurstofarm bloed behalve als ik van de longen af kom.
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 35 - Quiz

Ik heb kleppen en vervoer
bloed van de organen
terug naar het hart
A
slagader
B
ader
C
haarvaten

Slide 36 - Quiz

Je kunt de hartslag in mijn bloedvat voelen. Wie ben ik?
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 37 - Quiz

Hier vindt uitwisseling van
zuurstof, voedingstoffen plaats.
Wie ben ik?
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 38 - Quiz

Bij mij kunnen de witte bloedcellen de bloedbaan verlaten en in het weefsel opzoek gaan naar bacteriën.
Wie ben ik?
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 39 - Quiz

Ik vervoer zuurstofrijk bloed behalve als ik naar de longen toe ga.
A
slagader
B
ader
C
haarvat

Slide 40 - Quiz

We zien hier een bloedvat. Wie ben ik?

Slide 41 - Diapositive

Ik ben een?

Slide 42 - Question ouverte

Welke bloedvaten zijn hier goed zichtbaar?

Slide 43 - Diapositive

Welke bloedvaten waren goed zichtbaar?

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Diapositive