VIVO: Waarom reageer je zoals je reageert?

Waarom reageer je zoals je reageert?

Learnbeat - 5 waarnemen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Waarom reageer je zoals je reageert?

Learnbeat - 5 waarnemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DEZE LES
Wat weet je er al van?
Uitleg
Zelfstandig werken
Kennisquiz
JE GAAT LEREN OVER
  • wat gedrag betekent in de biologie.
  • wanneer je bewust gedrag vertoont.
  • wanneer je onbewust gedrag vertoont.
  • wat het nut kan zijn van gedrag bij mensen en dieren.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer zoveel mogelijk informatie over deze vragen

  1. Hoe kunnen organismen reageren op de omgeving?
  2. Wat weet je over gedrag?



Slide 4 - Diapositive

Retrieval practice: Voorkennis ophalen
Uitleg

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Inleiding in gedrag. 
Gedrag
  • Alles wat mensen en dieren doen is gedrag.
    Bijv. Lachen, slapen, eten, dansen, schreeuwen enz.

  • Gedrag komt tot stand door: prikkels en beslissingen

Slide 7 - Diapositive

Gedrag is in essentie alles wat dieren en mensen doen. Of het nu dansen is, schreeuwen, eten of slapen. Dit is allemaal gedrag.

En gedrag bestaat uit verschillende handelingen. Denk aan eten, je moet het vinden, voorbereiden op eten en afruimen als je klaar bent.
Prikkel
Inwendige prikkel 

Uitwendige prikkel

Adequate prikkel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkel en zintuigen
Een prikkels is informatie uit je omgeving. 

Zintuigen zijn gevoelig voor prikkels.

Elk zintuig is gevoelig voor een specifieke prikkel.

Voorbeeld: Reukzintuig > Geur

Slide 9 - Diapositive

Afbeelding: ThiemeMeulenhoff
Functie zintuigen 
Waarnemen wat er om je heen gebeurt-----> REAGEREN

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking zenuwstelsel
Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen
Daar word je je bewust van je waarnemingen.
Via zenuwen sturen je hersenen impulsen naar je lichaam. Je lichaam reageert.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motivatie
Motivatie = de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag. 

Als je veel hebt gegeten, is je motivatie om te eten laag. 
De prikkel "ruiken van friet" leidt dan niet tot eetgedrag. 
Bij honger is je motivatie om te eten hoog, dan leidt de prikkel wel tot een reactie. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflexen
Reflex:
Een onwillekeurige (automatische) reactie van spieren op een prikkel

Voorbeeld:
Pupilreflex
Kniepeesreflex

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

reflexen/reflexboog

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Impuls
Hersenen
Zintuig
Prikkel

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Reageren op elkaar
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren tonen sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedrag van mensen
Mensen denken na over hun gedrag en ze beoordelen het gedrag van anderen. Dieren doen dat niet.

Waarden zijn de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven:
Eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid, vrijheid
Normen zijn gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden:
Je mat niet stelen (gebaseerd op de waarde "eerlijkheid")

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaal met meerdere betekenissen
Een hand opsteken is een signaal. Dit kan verschillende betekenissen hebben.

Je kijkt naar de situatie, de gezichtsuitdrukking en de lichaamshouding. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observatie en interpretatie
Het feitelijke gedrag dat je waarneemt = observatie.
"De hond beweegt zijn staart op en neer"

Wat jij DENKT dat dit gedrag betekent = interpretatie
"de hond is blij"

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN?

Slide 20 - Diapositive

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
5.1 Waarom reageer je zoals je reageert?

Zet deze taak in je agenda
LEERDOELEN
  1. uitleggen waarom je reageert op je omgeving.
  2. beschrijven wat gedrag betekent in de biologie.
  3. uitleggen waardoor gedrag wordt veroorzaakt en wat de rol van de hersenen is.
  4. beschrijven wanneer je bewust of onbewust gedrag vertoont.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions