Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Weer en klimaat
3.1 Het weer in de VS
Slide 1 - Diapositive
Hoe veel groter is de VS dan NL?
A
125x
B
200x
C
240x
D
350x
Slide 2 - Quiz
Welke klimaten komen in de VS voor?
A
De VS heeft bijna alle klimaten behalve tropisch klimaat
B
De VS kent alle klimaten
C
De VS heeft geen poolklimaat
D
De VS heeft geen woestijnklimaat
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
4 Oorzaken van de grote temperatuur verschillen
1- Breedteligging:
het noorden ligt op hoge breedte, hier is het koud in de winter en ligt er sneeuw. Koude wind vanuit noorden (New York zelfde breedtegraad als Rome en Barcelona, maar veel kouder: koude wind uit het noordwesten+ koude zeestroom uit noorden)!
Zuiden ligt op lage breedte, hier is het warm, ook in de winter.
2- Bergen:
2 grote berggebieden
lopen van noord naar zuid
Oosten: Apalachen
westen: Rocky Mountains + Sierra Nevada
Koude en warme wind botsen in het midden van de VS —> frontale neerslag
Slide 5 - Diapositive
Invloed reliëf en wind op het klimaat.
Rocky Mountains
Sierra Nevada
Apalachen
Aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan
Koude wind uit de poolstreek, zorgt voor koude winters in het noorden van de VS.
Warme vochtige wind vanuit de Golf van Mexico, zorgt voor veel neerslag
Aflandige wind
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Topografie VS
(voor schoolexamen: Gebieden/gebergten en wateren)
Slide 8 - Diapositive
Invloed breedteligging
(warm in zuiden/koud in noorden
Invloed gebergten (noord-zuidligging en regenschaduw)
Slide 9 - Diapositive
Invloed van wind en zeestromen
Slide 10 - Diapositive
Soorten neerslag ->
Stuwingsregen -> lucht moet opstijgen tegen gebergte.
Stijginsregen-> warme lucht stijgt op en koelt meteen weer af, het gaat regenen (rond de evenaar)
Frontale neerslag -> botsing warme en koude lucht.
Slide 11 - Diapositive
zie volgende slide voor afbeeldingen landschappen
Grote Bekken = Great Bassin
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
noordwesten: aanlandige (: vochtige) lucht vanuit de Grote Oceaan
Californië: aflandige wind zorgt voor droge zomers
koude, droge lucht komt vanuit Canada (: polaire lucht)
zuidoosten: aanlandige (: vochtige) lucht vanuit de Golf van Mexico
H
H
H
H
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
oostkant:
- lijzijde / regenschaduw
- zeer droog
westkant:
- loefzijde
- stuwingsneerslag
reliëf zorgt voor stuwingsneerslag in de VS
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Gevolgen...
In de winter kan het tot op lage breedte erg koud worden
In de zomer kan het tot op hoge breedte nog erg warm zijn
Vergelijk de temperaturen rond 50°NB:
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
maken 3.1
opdracht 1: topografie VS
opdracht 3: frontale neerslag
opdracht 4: stuwingsneerslag
opdracht 5 en 6: stijgingsneerslag
klaar? maken 3.2!
Slide 24 - Diapositive
3.2 Klimaat en plantengroei
Weer en klimaat
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
gematigd zeeklimaat
Slide 27 - Diapositive
gematigd zeeklimaat
zachte winters, koele zomers
hele jaar neerslag
(door de aanlandige wind)
zeeklimaat in VS warmer en natter dan in NL
Virginia
Slide 28 - Diapositive
Middellandse Zeeklimaat
Slide 29 - Diapositive
Middellandse Zeeklimaat
warme droge zomers, zachte winters
neerslag valt vooral in de winter (: dankzij zeewind)
Big Sur, Californië
Slide 30 - Diapositive
tropisch regenwoudklimaat
Slide 31 - Diapositive
tropisch regenwoud-klimaat
temperatuur is altijd > 18°C
warm en vochtig, met veel neerslag
alleen op Hawaii en een smalle strook in Florida
Kauai, Hawaii
Slide 32 - Diapositive
savanneklimaat
Slide 33 - Diapositive
savanneklimaat
zomers heet (32°C) en vochtig
in winters valt veel minder neerslag
Everglades NP, Florida
Slide 34 - Diapositive
landklimaat
Slide 35 - Diapositive
landklimaat
hete, droge zomers en koude winters
overheersend aflandige wind
(weinig invloed van zee)
New York City
Slide 36 - Diapositive
toendraklimaat
Slide 37 - Diapositive
toendraklimaat
zomer nooit warmer dan 10°C, winter kouder dan -3°C
permafrost bodem
Denali NP, Alaska
permafrost = eeuwig bevroren ondergrond, waarbij het bovenste deel van de bodem in de zomer ontdooit; hierdoor ontstaan er veel ondiepe plassen
Slide 38 - Diapositive
hooggebergte klimaat
op grote hoogte (>1500 meter)
valt veel neerslag
groeit alleen gras en mos
Yosemite NP
Slide 39 - Diapositive
woestijnklimaat
Slide 40 - Diapositive
woestijnklimaat
neerslag < 200 mm per jaar
neerslag die valt verdampt snel
alleen vetplanten en cactussen kunnen overleven
Death Valley NP, Californië
Slide 41 - Diapositive
steppeklimaat
Slide 42 - Diapositive
steppeklimaat
droog, neerslag 200-400 mm per jaar (vooral in de zomer)
alleen grassen en struiken overleven
waar? in de Great Plains, de grote centrale grasvlakten in het midden van de VS
Great Plains, South Dakota
Slide 43 - Diapositive
Sleep de namen van de klimaten naar de juiste klimaatgrafieken: