quiz zwachten

Quiz
ACT zwachtelen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz
ACT zwachtelen

Slide 1 - Diapositive

ACT zwachtelen doen we bij
A
Veneus
B
Arterieel

Slide 2 - Quiz

Wanneer de tenen wit worden
dan
A
zit het zwachtel te los
B
heb je de verkeerde zwachtel gebruikt
C
is de zwachtel te strak omgedaan
D
is er niets aan de hand

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van polsteren?
A
Druk gelijkmatig verdelen
B
Zodat de zwachtel beter blijf zitten
C
Voor de warmte
D
Om de juf het zegt

Slide 4 - Quiz

Wanneer een zorgvrager mobiel is
gebruiken wij de
A
lange rek zwachtels
B
korte rek zwachtels

Slide 5 - Quiz

Welke soort zwachtels geven een hogere druk in beweging en een lagere druk in rust?
A
Korte rek zwachtel
B
Lange rek zwachtel

Slide 6 - Quiz

Wat is vensteroedeem?
A
Oedeem wat de vorm heeft van een venster
B
Oedeem wat zich spontaan op 1 plek gaat ophopen
C
Oedeem wat onstaat door 'vensters' in de zwachtels
D
Oedeem in het gezicht

Slide 7 - Quiz

Het is goed om de benen in te smeren tegen het uitdrogen voor het zwachtelen. Waarmee moet je de benen niet insmeren?
A
vaseline
B
cetamagrol
C
bodylotion
D
lanette crème

Slide 8 - Quiz

In opdracht van een verpleegkundige collega die overleg heeft gehad met de arts begin ik met zwachtelen
A
Ja
B
Nee
C
Alleen als duidelijk is of er een EAI is gedaan of dat er geen sprake is van arteriële insufficiëntie
D
Nee, ik wacht op een uitvoeringsverzoek

Slide 9 - Quiz

wanneer wordt bedrust geadviseerd?
A
bij korte rek zwachtels
B
lange rek zwachtels
C
steunkousen
D
geen van deze

Slide 10 - Quiz

Welke zwachtel is het meest geschikt voor een zorgvrager die altijd in de rolstoel zit?
A
Korterek zwachtel
B
Langerek zwachtel
C
Zinklijmverband
D
Meerlaagsverband

Slide 11 - Quiz

wat is het doel van ACT zwachtelen
A
Ondersteuning van de spierpompfunctie
B
afvoer van oedeem
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

Een voet tijdens het zwachtelen in 90 graden brengen is aanbevolen
A
Juist
B
Onjuist
C
Sterker nog: het moet
D
Onjuist, niet bij reuma

Slide 13 - Quiz

Er mogen geen plooien in de zwachtel zitten, omdat:
A
Dit een vergrootte kans geeft op wondjes
B
Dit niet netjes is t.o.v. de zorgvrager
C
Dit geen mooie vorm geeft aan de stomp

Slide 14 - Quiz

Hoe zwachtel je de tweede zwachtel?
A
Hetzelfde als de eerste
B
Tegengesteld aan de eerste
C
Van de knie naar de voet

Slide 15 - Quiz

Wat moet je doen als de tenen van de zorgvrager na het zwachtelen blauw kleuren?
A
De zwachtels direct verwijderen
B
De zwachtels losser aanbrengen
C
De zorgvrager 15 minuten laten lopen
D
Niets doen

Slide 16 - Quiz

Bij arteriële insufficiëntie is het juist goed om te zwachtelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

voordat je zwachtelt moet je polsteren omdat:
A
dit makkelijker zwachtelt
B
het zwachtelen zo minder pijnlijk is voor de zorgvrager
C
zo de druk beter verdeel wordt
D
alle antwoorde zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Wanneer een zwachtel is aangebracht kan je die fixeren met de haakjes van de rol
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Waar staat ACT zwachtelen voor?
A
Anterior compressieve therapie
B
Ambulante compressie therapie
C
Arteriële compressie therapie
D
Ambulante compressieve toepassingen

Slide 20 - Quiz

Het is beter dat cliënten met zwachtels geen schoenen aandoen
A
Juist, dit knelt te veel
B
Juist, daardoor verfrommelen de aangebrachte zwachtels
C
Onjuist, een cliënt kan beter ruimere schoenen of pantoffels aandoen
D
Onjuist, anders worden de voeten te koud

Slide 21 - Quiz

wat voor soorten zwachtels zijn er
A
medium rek.
B
alleen lange rek
C
alleen korte rek
D
korte en lange rek

Slide 22 - Quiz

zwachtelen doen wij ook bij
A
lymfe oedeem
B
zorgvragers met trombose
C
zorgvragers met een open been/ulcus cruris
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 23 - Quiz

Als een zwachtel na een dag afzakt betekent dit dat je niet goed hebt gezwachteld
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Zwachtelen passen wij toe bij de aandoening
A
COPD
B
hartfalen
C
overgewicht
D
diabetes

Slide 25 - Quiz

Wat moet je doen als de tenen van de zorgvrager na het zwachtelen wit kleuren?
A
Een zorgvrager 15 minuten laten lopen
B
De zwachtels direct verwijderen en arts waarschuwen
C
De zwachtels losser aanbrengen
D
Nog niets, dit trekt vanzelf bij

Slide 26 - Quiz