Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
H5
Lezen Functiewoorden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
elke stelling een eigen functie
Slide 5 - Diapositive
Elke stelling een functie 1
Loop je vanaf de ingang door de Jumbo dan herken je vanzelf de functie van elke stelling. De macaroni staat in een andere stelling dan de bevroren pizza's.
Slide 6 - Diapositive
Elke stelling een functie 2
Vaak hangen er bordjes boven de stellingen. Meestal heb je ze niet nodig. Je verwacht de potten pastasaus bij de pakken macaroni.
Slide 7 - Diapositive
Elke alinea een functie 1
In een tekst heeft elke alinea een functie. Die hangt meestal niet als tussenkopje boven die alinea. Al lezend herken je de functie aan de woorden en zinnen.
Slide 8 - Diapositive
elke alinea een functie 2
Je verwacht de oplossing niet in de inleiding en de oorzaken niet aan het einde van de tekst.
Verschijnselen en verklaringen kunnen functies zijn alinea's. Je verwacht ze op verschillende plekken. De macaronizakken staan ook niet naast de pizzadozen.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Bij de volgende vijf vragen stellen de zinnen een alinea voor.
Eronder staan steeds vier functiewoorden. Zoek het functiewoord dat je aan die alinea zou kunnen hangen.
Slide 11 - Diapositive
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
A
argument
B
constatering
C
conclusie
D
anekdote
Slide 12 - Quiz
Een goede raad
A
argument
B
afweging
C
aanbeveling
D
verklaring
Slide 13 - Quiz
De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.
A
argument
B
verklaring
C
conclusie
D
voorwaarde
Slide 14 - Quiz
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
A
anekdote
B
tegenwerping
C
conclusie
D
aanleiding
Slide 15 - Quiz
Vaststelling van een feit of verschijnsel
A
voorwaarde
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 16 - Quiz
Nadenken over wat het beste is
A
afweging
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 17 - Quiz
Aanleiding
Afweging
Constatering
Verklaring
Vertelt een actuele gebeurtenis waardoor de schrijver deze tekst schreef
Dit tekstdeel vergelijkt voor- en nadelen
Dit tekstdeel stelt iets vast en geeft soms een beschrijving
Dit tekstdeel geeft uitleg
Slide 18 - Question de remorquage
Leerdoelen
Je weet de betekenis van veel voorkomende functiewoorden
Je kunt met behulp van functiewoorden de functie van een alinea benoemen