hst 6 paragraaf 1 "werken met hefbomen"

H 6.1 "werken met hefbomen"
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H 6.1 "werken met hefbomen"

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt het moment van een kracht berekenen.
  • Je kunt uitleggen wanneer een hefboom in evenwicht is.
  • Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  • Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in werktuigen.
  • Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Hefboom
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (grote kracht)
  • Een lange arm (kleine kracht)

Slide 7 - Diapositive

Moment = Kracht x Arm?

  • Het moment van een kracht is gelijk aan de grootte van de kracht x de lengte van de arm.
  • De arm van een kracht is de afstand tussen de werklijn van de kracht en de draai-as van de hefboom.


  • Een hefboom is in evenwicht als de som van de momenten linksom gelijk is aan de som van de momenten rechtsom.

Slide 8 - Diapositive

In symbolen


M = moment in Nm (newton * meter) 
F = kracht in N(ewton)
l = arm (lengte vanaf draaipunt) in m(eter)
M=F1L1

Slide 9 - Diapositive

Hefboom in evenwicht?

Hangt af van:

- de grootte van de krachten (N)

- de afstand tussen de krachten en de draai-as (m)

Slide 10 - Diapositive

Hefboom in evenwicht
Kracht 1 x Arm 1 = Kracht 2 x Arm 2

F = kracht in N (Newton)
L = Lengte van de arm in m (meter)
F1L1=F2L2
Formule:

Slide 11 - Diapositive

Hoe groot is het moment? M = F x l

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Balanceer lab

Met de volgende link kom je op het balanceer lab van Phet Colorado. Hier kun je oefenen met de hefboomwet.


Probeer eerst de inleiding uit, daarna het lab en doe daarna het spel om te zien of je het hebt begrepen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Wat is de eenheid van moment?
A
Newton
B
meter
C
Newton.meter
D
Newton per meter

Slide 17 - Quiz

Het moment van de spierkracht is
A
0,46 Nm
B
0,56 Nm
C
52 Nm
D
5,7 Nm

Slide 18 - Quiz

het moment van de kracht van 100 N is
A
60 Nm
B
60 N
C
60 m
D
0,0060 Nm

Slide 19 - Quiz