Lezen H1 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Lezen 1.3

Voorlezen                                          10 min.

Herhalen                                              5min.

Uitleg                                                   10 min.

Zelfstandig werken                       15 min.

Exit ticket                                             2 min.

doel vorige les:

• leesmanieren
• onderwerp en deelonderwerp
• moeilijke woordenwijzer 

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

1.3 Lezen

Signaalwoord - opsomming

opsomming

Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord?

opsomming

Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? 

opsomming

Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? opsomming

opsomming waarvan?

opsomming

Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? opsomming: patat + pannenkoeken

opsomming van dingen waar Joost van houdt.

opsomming

Het is zowel online als offline logisch om niet alles van elkaar te moeten en willen weten.

signaalwoord?

waarvan?

..............

opsomming

Het is zowel online als offline logisch om niet alles van elkaar te moeten en willen weten.

opsomming: online + offline

opsomming van: manieren waarop je niet alles van elkaar zou moeten en willen weten.

Ik heb veel hobby’s. Ten eerste game ik veel. Verder houd ik van lezen. Daarnaast sport ik twee keer week.

Welke signaalwoorden van opsomming?

Ik heb veel hobby’s. Ten eerste game ik veel. Verder houd ik van lezen. Daarnaast sport ik twee keer week.

Waar is dit een opsomming van?

Welke signaalwoorden
van opsomming?

Opsomming waarvan?

Ik gebruik mijn smartphone voor heel veel leuke dingen.

• Schrijf de zin die hieronder staat over op een blaadje.

• Schrijf na de zin drie hele zinnen waarin je een opsomming geeft van 

   dingen die jij allemaal met je smartphone doet. Begin iedere zin met een

   signaalwoord voor een opsomming.

• Ruil je zinnen met een klasgenoot en lees elkaars tekstje.

• Onderstreep de signaalwoorden die een opsomming aangeven in de tekst

   van je klasgenoot.

• Controleer elkaar!

Maken: Hoofdstuk 1 -les 1.3 lezen - t/m opdracht 17 

                                                                 

Klaar? Kies uit:

• Versterk Jezelf -   Formuleren -   Signaalwoorden en voegwoorden
• ander huiswerk
• Cody Cross

Noem twee signaalwoorden voor een opsomming.

Welke signaalwoorden
van opsomming?

Afsluiting

• Huiswerk: les 1.3 t/m opd. 17 afmaken
• Volgende les:  Leestaak van les 1.3   -                    oefentoets hoofdstuk 1