‹Revenir à la recherche

Lezen H1 les 2

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlezen                                          10 min.  herhalen vorige les                         5 min.
Uitleg                                                   10 min.
Zelfstandig werken                       15 min.
Afsluiting: exit ticket                      2 min.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen hoofdstuk 1-3

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vorige les
Herhalen:

  • leesmanieren
  • onderwerp en deelonderwerp
  • moeilijke woordenwijzer  

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesmanieren
Je scrollt door NU.nl om te kijken of er iets interessants op staat. 
Je leest een artikel en checkt of het klopt wat er staat. 
Je moet leren voor je proefwerk biologie, dus je leert je samenvatting heel goed.  
Je leest een Donald Duck voor de lol. 
Je leest een tekst en zoekt het antwoord op een vraag.
nauwkeurig
verkennend
studerend
ontspannend
zoekend

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vind ik wat?
Deelonderwerp
Onderwerp

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Bloedsoep maken
Ook goed: bloedsoep met beestjes
Wat is het tekstdoel van de tekst?

Slide 11 - Question ouverte

Bloedsoep maken
Ook goed: bloedsoep met beestjes
Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 14 - Question ouverte

de hoge plafonds (in oude herenhuizen)
Moeilijke woorden 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3 Lezen
Herhalen: 
  • verwijswoorden
Signaalwoorden van:
  • opsomming
  • tijdsvolgorde
  • tegenstelling

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

opsomming
Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opsomming
Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opsomming
Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? opsomming

opsomming waarvan?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opsomming
Joost houdt van patat. Hij houdt ook van pannenkoeken.

signaalwoord van? opsomming: patat + pannenkoeken

opsomming van dingen waar Joost van houdt.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tijdsvolgorde
Ik pak mijn tas voor morgen in. Daarna ga ik nog even ontspannen.

signaalwoord waarvan?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tijdsvolgorde
Ik pak mijn tas voor morgen in. Daarna ga ik nog even ontspannen.

signaalwoord waarvan? tijdsvolgorde

wat is de volgorde?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tijdsvolgorde
Ik pak mijn tas voor morgen in. Daarna ga ik nog even ontspannen.

signaalwoord waarvan? tijdsvolgorde

wat is de volgorde? eerst tas inpakken, dan ontspannen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Hij is lang, maar zij is kort.

signaalwoord?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Hij is lang, maar zij is kort.

signaalwoord van? 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Hij is lang, maar zij is kort.

signaalwoord van? tegenstelling

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Hij is lang, maar zij is kort.

Wat is de tegenstelling?

..................................... tegenover .......................................

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Hij is lang, maar zij is kort.

Wat is de tegenstelling?

hij is lang tegenover zij is kort

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Misschien verandert er niet meteen iets, maar zo’n gesprek gaat ongetwijfeld nog nazingen in hun hoofd.

signaalwoord?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Misschien verandert er niet meteen iets, maar zo’n gesprek gaat ongetwijfeld nog nazingen in hun hoofd.

signaalwoord waarvan?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Misschien verandert er niet meteen iets, maar zo’n gesprek gaat ongetwijfeld nog nazingen in hun hoofd.

signaalwoord waarvan? tegenstelling

Wat is de tegenstelling?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenstelling
Misschien verandert er niet meteen iets, maar zo’n gesprek gaat ongetwijfeld nog nazingen in hun hoofd.
signaalwoord waarvan? tegenstelling

Wat is de tegenstelling? er verandert niet meteen iets  tegenover het gesprek gaat nog nazingen in hun hoofd (ze denken erover na).

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
tijdsvolgorde
B
Opsommend
C
Tegenstellend

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zit op voetbal. Ook schaak ik elke week. Verder ga ik weleens hardlopen. Dit is een...
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming, tegenstelling, tijdsvolgorde
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk tekstverband?
Roos en Jan willen weer naar school; Bas daarentegen heeft geen zin.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

"Voordat Pien de deur uitgaat, geeft ze haar konijn te eten. Daarna fietst ze naar school."

Voordat en daarna zijn voorbeelden van:
A
Een opsomming
B
Een tegenstelling
C
Een tijdsvolgorde

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming, tegenstelling of tijdsvolgorde?
Tijdens de vakantie heb ik gerelaxt, ook heb ik een mooi boek gelezen, daarnaast heb ik kerst en O&N gevierd en ik heb de zolder opgeruimd.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk tekstverband herken je in deze zin?
Douwe eet heel graag pizza. Ook houdt hij van frikandelbroodjes.
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

‘Je moet kunnen plannen, maar ook kunnen improviseren.’ Welke twee tekstverbanden herken je in deze zin?
A
opsomming en tijdsvolgorde
B
tegenstelling en voorwaarde
C
opsomming en tegenstelling
D
voorwaarde en tijdsvolgorde

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken: Hoofdstuk 1 -les 1.3 lezen - opd. 10 t/m 15 
                                                                 
timer
15:00
Klaar? 

  • Versterk Jezelf -   Formuleren -   Verwijswoorden
  • ander huiswerk
  • Cody Cross
  • lezen leesboek

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
  • Huiswerk: les 1.3 t/m opd. 18 afmaken
  • Volgende les: Leestaak 1 (oefentoets)

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Lezen H2 les 2

- Leçon avec 21 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Lezen H1 les 2

- Leçon avec 27 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Signaalwoorden H4

- Leçon avec 17 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

tekstverbanden en signaalwoorden

- Leçon avec 22 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

tekstverbanden en signaalwoorden

- Leçon avec 17 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling

- Leçon avec 22 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

1.3 Lezen klas 2

- Leçon avec 46 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

1.3 en 2.3 Lezen: tekstverband: Opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1