14. Thema 3, week 1 les 2 - Woorden met th

Een woord met th erin
1 / 27
suivant
Slide 1: Carte mentale
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Een woord met th erin

Slide 1 - Carte mentale

Ik leer woorden waarin th staat  .

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Woorden met -th- klinkt als -t- zijn weetwoorden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


Slide 6 - Question ouverte


Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Question ouverte


Slide 9 - Question ouverte


Slide 10 - Question ouverte


De hoofdstad van Griekenland heet ........

Slide 11 - Question ouverte

Een boek kies ik uit in de
..........

Slide 12 - Question ouverte

Een toneelstuk bekijk in in het
............

Slide 13 - Question ouverte


Thee maak ik met een
.......

Slide 14 - Question ouverte

Medicijnen haal ik op in de
...........

Slide 15 - Question ouverte


Voor spelling en rekenen gebruiken wij een speciale .......

Slide 16 - Question ouverte


De temperatuur neem ik op met een .......

Slide 17 - Question ouverte

Als je 42,195 kilometer rent, dan ren je een ...........

Slide 18 - Question ouverte


In een .......... blijft de vloeistof warm.

Slide 19 - Question ouverte

Welk woord is goed
A
thermomether
B
thermometer
C
termomether
D
termometer

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed?
A
teater
B
teather
C
theater
D
theather

Slide 21 - Quiz

Welk woord is goed?
A
methode
B
metode
C
metoode
D
meetoodu

Slide 22 - Quiz

Welk woord is goed?
A
atene
B
Atene
C
athene
D
Athene

Slide 23 - Quiz

Welk woord is fout
A
therapeut
B
theezakje
C
termometer
D
apotheek

Slide 24 - Quiz

Schrijf netjes over in je dictee schrift.

Slide 25 - Diapositive

spelling
groep 7 
thema 3 - week 2 - les 5 instructie
Opgave 2 en 3 en plussen

groep 8
thema 3 - week 2 - les 5 Flitsles
alle opgaven en plussen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien