hoofdstuk 1 woordenschat

Ontdek de kracht van herhaling, opsomming en drieslag
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ontdek de kracht van herhaling, opsomming en drieslag

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

retorica
de leer van welsprekendheid
mooi taalgebruik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil benoemen tussen repetitio, enumeratio en drieslag.

Slide 3 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Stijlfiguren
gebruik je om iets te benadrukken.
vandaag bespreken we de 6 meestvoorkomende

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over repetitie, enumeratie en drieslag?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

repetitio?
Repetitio is het herhalen van woorden of zinnen om een idee te versterken.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf de definitie van repetitio en geef een voorbeeld.
Voorbeeld van repetitio
Voorbeeld: 'Ik moet leren, leren en nog eens leren.'

Slide 7 - Diapositive

Geef een concreet voorbeeld van repetitio en vraag de leerlingen om het te herhalen.
Wat is enumeratio?
Enumeratio is het opsommen van verschillende elementen om een idee duidelijk te maken.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf de definitie van enumeratio en geef een voorbeeld.
Voorbeeld van enumeratio
Voorbeeld: 'Ik hou van voetbal, tennis, hockey en zwemmen.'

Slide 9 - Diapositive

Geef een concreet voorbeeld van enumeratio en vraag de leerlingen om het te herhalen.
opsomming in drieën
drie woorden, zinsdelen of zinnen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld opsomming in drieën
Het laatste hoofdstuk behandelt de conclusie, discussie en aanbevelingen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is drieslag?
Drieslag is een specifieke vorm van enumeratio waarbij er precies drie elementen worden opgesomd. Dit is een vaste combinatie.

Slide 12 - Diapositive

Beschrijf de definitie van drieslag en geef een voorbeeld.
Voorbeeld van drieslag
Voorbeeld: 'Ik ben moe, hongerig en dorstig.'

Slide 13 - Diapositive

Geef een concreet voorbeeld van drieslag en vraag de leerlingen om het te herhalen.
Climax
Een steeds sterker wordende reeks.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld climax
Je bent de liefste van heel Nederland, heel Europa, de hele wereld.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ongekeerde climax
Een steeds zwakker wordende reeks

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld omgekeerde climax
Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.