Hoofdstuk 1 Inkomsten en uitgaven

• M&M
• Voortgezet speciaal onderwijs

Inkomsten en uitgaven

Wat zijn inkomsten?

Wat zijn uitgaven?

Geld krijgen of verdienen

Iedereen vindt het leuk om geld te krijgen. 

En iedereen vindt het handig om geld te hebben.

Zonder geld krijg je in winkels niets.

Er zijn 2 manieren om aan geld te komen:
-je kunt het krijgen

-je kunt het verdienen.

Inkomsten

Geld dat je krijgt of verdient heet inkomsten. 

Bijvoorbeeld zakgeld, kleedgeld, loon of salaris.

Wat zijn jouw inkomsten?

Wat zijn inkomsten?

1. Statiegeld als je lege flessen inlevert
2. stagevergoeding
3. cadeautje voor een vriend(in)
4. kleedgeld

Wat is kleedgeld?

1. geld dat je verdient met een baantje
2. geld dat je met regelmaat van je ouders krijgt
3. geld dat je krijgt voor kleding
4. geld dat je voor je rapport krijgt

Wat is zakgeld?

1. geld dat je verdient met een baantje
2. geld dat je met regelmaat krijgt van je ouders
3. geld dat je krijgt voor kleding
4. geld dat je voor je rapport krijgt

Zakgeld en kleedgeld

Zakgeld en kleedgeld zijn bedragen die je van je ouders of verzorgers krijgt. Iedereen krijgt een ander bedrag. Dat is afhankelijk van je uitgaven. Maar ook met de hoeveelheid geld die je ouders of verzorgers kunnen missen. 

Het is slim om met je ouders of verzorgers afspraken te maken over je zakgeld en je kleedgeld.

Luna is 14 jaar. Wat zijn haar inkomsten?

1. 5 euro zakgeld per week
2. 40 euro kleedgeld per maand
3. klusjes bij opa en oma (10 euro verdienen per maand)
4. ze moet haar telefoon abonnement betalen (15 euro)

Salaris

Geld dat je verdient heeft salaris of loon. Het is afhankelijk van je baan hoeveel geld je verdiend. De directeur van een bedrijf verdient veel. Iemand achter de kassa verdient minder. 

Als je veel werk, verdien je meer dan als je een paar uur per week werkt.

Wat is fulltime werken?

Wat is parttime werken?

Fulltime werken: 

je werkt fulltime als je 5 dagen in de week werkt.

Parttime werken:
Je werkt parttime als je een deel van de week werkt of halve dagen werkt.

Je werkt fulltime wanneer je 2 dagen in de week werkt.

1. waar
2. niet waar

Je werkt parttime wanneer je 5 dagen in de week werkt.

1. waar
2. niet waar

Waar kun je in het dagelijkse leven geld aan uitgeven?

Uitgaven

Geld dat je uitgeeft heet uitgaven.

Er zijn verschillende soorten uitgaven.

Bijvoorbeeld: boodschappen, cadeautjes, uitgaan, geld voor je telefoon, huur, gamen, een nieuwe tablet.

Wat zijn uitgaven?

1. nieuwe schoenen
2. kaartje voor de bioscoop
3. zakgeld
4. cadeautje voor een vriend(in)

Wat is een kasboek?

in een kasboek houd je bij wat je inkomsten en je uitgaven zijn. 

Je schrijft precies op:

-hoeveel je binnenkrijgt (inkomsten)

-hoeveel je uitgeeft (uitgaven)

Je schrijft bij alle inkomsten en uitgaven ook nog:

-wanneer (datum)

-waarvoor (omschrijving)

Waarom is het belangrijk om een kasboek bij te houden?

Aan het einde van de week (of maand) tel je alle inkomsten bij elkaar op. 

En alle uitgaven. 

Deze optelsom heet een totaal. 

Heb je alles uitgerekend dan weet je wat je hebt verdiend en hebt uitgegeven. 

Dan heb je een mooi overzicht of je teveel of te weinig geld hebt uitgegeven. 

Maar ook of je iets moet veranderen aan je uitgaven patroon of dat je juiste meer moet gaan werken. 

Met een kasboek heb je een overzicht over je inkomsten en je uitgaven.