Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Good to see you again!
Slide 1 - Diapositive
Any good holiday stories?
Zorg ervoor dat je inlogt bij de LessonUp. Gebruik het handje om aan te geven dat je iets wilt zeggen. Wanneer ik je naam noem mag je de microfoon open zetten.
Slide 2 - Diapositive
Any New Year's resolutions?
Gebruik het handje om aan te geven dat je iets wilt zeggen. Wanneer ik je naam noem mag je de microfoon open zetten.
Slide 3 - Diapositive
Afspraken bij de les Engels
Vragen: in de chat of gebruik het handje (houdt microfoon op mute!)
Live les of werkles
Tijdens de live les: uitleg. We werken vooral via LessonUp waarbij ik het scherm deel. Tijdens quizvragen is het handig om je telefoon bij de hand te hebben.
Tijdens de werkles: werken aan opdrachten en eventuele vragen stellen
Je werk online maken , dus niet in het boek ( bij inlogproblemen even een berichtje sturen via teams)
Lees de feedback die ik geef bij de gemaakte opdrachten !!
Slide 4 - Diapositive
Contact via Teams
Je kunt van via Teams vragen stellen als er iets niet lukt.
Ik probeer zo snel mogelijk te reageren op berichten.
Maak voor inhoudelijke vragen gebruik van het kanaal Engels in je klas.
Alle andere vragen kun je sturen via een persoonlijk bericht.
Slide 5 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van deze les ken je de regels voor het gebruik van hoeveelheden in het Engels en kun je deze toepassen bij tenminste 10 zinnen.
Slide 6 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg over much / many / little in het Engels ( hoeveelheden)
Oefenen met leesvaardigheid
Woordjes: Clothes and shopping
Les 3.4 Opgave 1 tm 6
Slide 7 - Diapositive
Many kisses and much love.
Slide 8 - Diapositive
MUCH money
MANY coins and MANY banknotes
Slide 9 - Diapositive
Many kisses and much love
Much and many betekenen allebei 'veel'
1. kun je het wel tellen? - MANY
bijvoorbeeld many kisses, tables, cookies
2. kun je het niet tellen - MUCH
bijvoorbeeld time, money, water
Slide 10 - Diapositive
A lot of
Je gebruikt a lot of bij bevestigende zinnen
We have a lot offriends.
a lot of cars cars use the highway.
a lot of people are inside the building.
Slide 11 - Diapositive
many /lots of / a lot of umbrellas
Slide 12 - Diapositive
MUCH & MANY & A LOT OF
Twijfel je? Gebruik dan: a lot of
I have a lot of time to check the tests this week.
There are a lot of hours in a day.
Slide 13 - Diapositive
MUCH , MANY , A LOT OF = VEEL
Much > niet telbaar, geen meervoud van maken Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Lots of/ a lot of = telbaar en niet telbaar.
alleen bevestigende zinnen
Slide 14 - Diapositive
On your own
Exercises 3 till 7
timer
1:00
Slide 15 - Diapositive
Much/many
much and many betekenen allebei 'veel'
1. kun je het wel tellen? - MANY
bijvoorbeeld kisses, tables, cookies
2. kun je het niet tellen - MUCH
bijvoorbeeld time, money, water
many kisses much love
Slide 16 - Diapositive
A lot of / lots of
Je gebruikt a lot of / lots ofbij bevestigende zinnen
We have a lot offriends.
a lot of cars cars use the highway.
a lot of people are inside the building.
We have a lot of homework today.
Slide 17 - Diapositive
Much & Many
Na woorden als so, too, how moet je, ook in bevestigende zinnen, much / many gebruiken
It's a diploma which can open somany doors
Slide 18 - Diapositive
MUCH & MANY & A LOT OF
Twijfel je? Gebruik dan: a lot of
I have a lot of time to check the tests this week.
There are a lot of hours in a day.
Slide 19 - Diapositive
MUCH , MANY , A LOT OF = VEEL
Much > niet telbaar, geen meervoud van maken Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Lots of/ a lot of = telbaar en niet telbaar.
alleen bevestigende zinnen
Uitzonderingen: na : so, too en how gebruik je ook in bevestigende zinnen much of many
Slide 20 - Diapositive
Wanneer gebruik je de present simple?
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
SHIT regel
Bij de meeste werkwoorden simpel een S toevoegen bij het hele werkwoord:
- She lives in Eindhoven
Let op: soms komt er es bij, leer uit je hoofd dat bij de werkwoorden GO (gaan) en DO ( doen) er es achter komt bij SHE/HE/IT:
He goes to school. He does the dishes
Slide 23 - Diapositive
How about...
My mother
my mother = she
Dus daarom:
"My mother drinks coffee in the morning."
Slide 24 - Diapositive
Wat is de shit-regel? Leg uit
Slide 25 - Question ouverte
My brother
A
She
B
He
C
We
D
It
Slide 26 - Quiz
My brother drinks coffee.
He drinks coffee.
Slide 27 - Diapositive
My sister and I
A
She
B
I
C
You
D
We
Slide 28 - Quiz
My sister and I drink coffee.
We drink coffee.
Slide 29 - Diapositive
Nu jullie: vervoeg het werkwoord tussen haakjes zodat het past in de zin:
Slide 30 - Question ouverte
Nu jullie
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes zodat het past in de zin
Slide 31 - Diapositive
The lesson always ( to start) on time
A
start
B
starts
Slide 32 - Quiz
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears
Slide 33 - Quiz
TOur frineds ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits
Slide 34 - Quiz
Ik snap de Present Simple
A
Ja.
B
Nee.
C
Met een beetje meer hulp.
Slide 35 - Quiz
Huiswerk: opdracht 1 tm 6 van les 3.4
Wanneer je het snapt ga je opdracht 1 tm 6 zelfstandig maken na het lezen van de volgende slide.
Ik zal de link naar deze LessonnUp in teams zetten dan kun je de info terugkijken
Bekijk de filmpjes in deze les zelfstandig en doe de extra oefening in de laatste slide
Wanneer je extra uitleg nodig hebt blijf je in teams en doen we de opdrachten samen.
Slide 36 - Diapositive
Reading Strategy
- Je hoeft niet ieder woord te begrijpen, zoek de rode draad van het verhaal
- 1e keer lezen: globaal, zoek GEEN woorden op
- 2e keer lezen: indien nodig, zoek op. Probeer iedere alinea voor jezelf samen te vatten
- 3e keer lezen: kijk naar de vragen en ga die gericht beantwoorden