2A1: les 2 Grammatica zinsdelen (bwb en vzv en ng)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2A1

Voorzetselvoorwerp bij een naamwoordelijk gezegde

Leerdoelen

Je kent het verschil tussen bijwoordelijke bepaling en een voorzetselvoorwerp.

Je kunt een bijwoordelijke bepaling en een voorzetselvoorwerp benoemen.

Voorkennis:

Even opfrissen: bwb en vv

Theorie:

ng in combinatie met het vv

Toepassen :

Oefening(en) over bwb en vzv

Zelfstandig oefenen in Nieuw Nederlands online

Wat is bwb?

1. Het geeft extra informatie over dat wat gezegd wordt (gezegde)
2. Het zegt niets over het onderwerp
3. Het zegt vooral iets over waar iets is of gebeurt, waarom, wanneer, hoe en of iets wel of niet zo is.
4. Niet iedere zin heeft een bwb, maar sommige zinnen hebben er wel meer.
   

Wat is een vv?

1. Begint altijd met een voorzetsel;
2. Wordt aangevuld met een 'voorwerp';
3. Vaste combinatie tussen het werkwoord en het voorzetsel;
4. Voorzetsel verliest de normale betekenis: het is figuurlijk bedoeld.
   

De archeoloog was op zoek naar bijzondere overblijfselen.

naar bijzondere overblijfselen: vv of bwb?

1. vv
2. bwb

Je leert op school meer dan alleen de theorie.
op school: vv of bwb?

1. vv
2. bwb

Bijwoordelijk bepaling

Zegt iets over tijd, plaats, reden enz.

Kan met een voorzetsel beginnen

Is altijd letterlijk bedoeld

Voorzetselvoorwerp

Begint met een voorzetsel

Vaste combinatie tussen een werkwoord en het voorzetsel

Voorzetsel is figuurlijk bedoeld

Maak een zin met een voorzetselvoorwerp en een bijwoordelijke bepaling.
Geef ook aan wat het vv en wat de bwb is.

vv bij een ng

1. Begint altijd met een voorzetsel;
2. Vaste combinatie tussen het werkwoord en een bijvoeglijk naamwoord;
3. Wordt aangevuld met een 'voorwerp';
4. Voorzetsel verliest de normale betekenis: het is figuurlijk bedoeld.
   

De docent is erg blij met de inzet van de leerlingen

Wat is het ng en het vv in de volgende zin?

De leerlingen worden helemaal gek van het turen naar het scherm.

1. ng = worden gek vv = van het turen
2. ng = worden helemaal gek vv = van het turen naar het scherm
3. ng = worden helemaal gek vv = van het turen
4. ng = worden gek vv = van het turen naar het scherm

Wat is het ng en het vv in de volgende zin?

Ik ben helemaal niet blij met de verlenging van de lockdown

1. ng = ben niet blij vv = met de verlenging
2. ng = ben niet blij met de verlening vv = van de lockdown
3. ng = ben helemaal niet blij vv = met de verlenging van de lockdown
4. ng = ben helemaal niet blij vv = met de verlenging

Aan de slag

Ga naar Nieuw Nederlands online 

Klik op Planning

Maak 2A1 Lockdown week 2: opdracht 3 t/m 5