Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica 2 vwo x
Hoe voel je je?
😒
🙁
😐
🙂
😃
1 / 19
suivant
Slide 1:
Sondage
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoe voel je je?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 1 - Sondage
Uitleg voorzetsel voorwerp
Wanneer een
werkwoord vast verbonden
is met een
voorzetsel
is er sprake van een voorzetselvoorwerp (
vzv
).
wachten op
denken aan
spelen met
herinneren aan
Slide 2 - Diapositive
Uitzondering
Bijvoorbeeld
wachten
op het perron
.
Hier is
op het perron
geen voorzetselvoorwerp.
Het is geen voorzetselvoorwerp, omdat het over een plek gaat. Je kunt ook wachten
naast
het perron,
achter
het perron of
boven
het perron.
Slide 3 - Diapositive
De medewerkers van de Albert Heijn luisteren naar hun afdelingshoofd.
Welk zinsdeel is het voorzetselvoorwerp?
A
van de Albert Heijn
B
hun afdelingshoofd
C
naar hun afdelingshoofd
D
de medewerkers van de Albert Heijn
Slide 4 - Quiz
Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.
WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
Je
moet
iemand
nooit
op
zijn
uiterlijk
beoordelen.
Slide 5 - Question de remorquage
Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.
WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
De
demonstratie
liep
door
verschillende
misverstanden
uit
op
een
gigantische
vechtpartij.
Slide 6 - Question de remorquage
Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.
WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
Ga
je
je
kleine
zusje
binnenkort
nog
abonneren
op
de
digitale
boekenserie?
Slide 7 - Question de remorquage
Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.
WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
Hechtte
de
assistente
de
hechting
boven
het
oog
zo
slordig
af?
Slide 8 - Question de remorquage
Een voorzetselvoorwerp vormt een vaste combinatie tussen werkwoord en voorzetsel;
Het is altijd figuurlijk bedoeld;
Begint altijd met een vast voorzetsel.
vzv
Begint het zinsdeel met een voorzetsel en geeft het een letterlijke plaats aan? Dan is het een bijwoordelijke bepaling.
bwb
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
Iedere zondagmiddag luistert mijn vader
naar NOS Langs de lijn
.
Het nieuwste boek van Mirjam Mous is gebaseerd
op waarheid
.
De ijverige leerlingen hebben veel plezier
in grammatica
.
De bus naar Amsterdam wacht al een uur
op Sanne
.
Gisteren liep ik van Leeuwarden
naar Heerenveen.
Terwijl de bus voor school stond, wachtte ik
op het plein ernaast
.
Vorige week hadden de meiden veel plezier
in de achtbaan
.
Slide 9 - Question de remorquage
Een voorzetselvoorwerp vormt een vaste combinatie tussen werkwoord en voorzetsel;
Het is altijd figuurlijk bedoeld;
Begint altijd met een vast voorzetsel.
vzv
Begint het zinsdeel met een voorzetsel en geeft het een letterlijke plaats aan? Dan is het een bijwoordelijke bepaling.
bwb
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
Opa moest heel hard lachen
om die grap.
We hopen
op een mooie zomer.
Jan had zin
in een zak patat.
De bus naar Parijs wacht al een uur
op Rick.
Ze reed met haar auto
het bos in.
Laten we maar
met de trein
naar Amsterdam gaan.
Peter is opgegroeid
in Amsterdam.
Slide 10 - Question de remorquage
Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.
A
Op zijn hulp = vzv
B
Op zijn hulp = bwb
Slide 11 - Quiz
'De medewerkers in de vergaderruimte, waterdrinkend door de warmte, luisteren naar hun afdelingshoofd.'
Welk zinsdeel is het voorzetselvoorwerp?
A
in de vergaderruimte
B
door de warmte
C
naar hun afdelingshoofd
D
de medewerkers in de vergaderruimte
Slide 12 - Quiz
Straks trakteert mijn lieve moeder (op een waterijsje).
A
voorzetselvoorwerp
B
bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quiz
Ik reken dat wel uit (op de achterkant van het luciferdoosje).
A
voorzetselvoorwerp
B
bijwoordelijke bepaling
Slide 14 - Quiz
VV?
Vanaf de zijlijn spoorde de coach het team aan tot betere prestaties
Slide 15 - Question ouverte
VV?
Morgen gaat de lerares haar klas een beetje op de toets voorbereiden
Slide 16 - Question ouverte
VV?
Heeft u misschien iets over voor Artsen zonder Grenzen?
Slide 17 - Question ouverte
VV?
In het maken van spiekbriefjes werd Jolande bijzonder bedreven in 5 vwo.
Slide 18 - Question ouverte
Wat heb je geleerd vandaag? Waar heb je nog extra hulp bij nodig?
Slide 19 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
H3 Redekundig ontleden
Juin 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
11 jan Voorzetselvoorwerp
Avril 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica 2vwo
Juin 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3 havo grammatica blok 1
Octobre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H grammatica les 2
Avril 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V2 Zinsdelen H6
Octobre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - zinsontleding
Avril 2018
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhaling_G2A_voorzetselvoorwerp
Décembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2