Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vandaag: Herhalen......
Slide 1 - Diapositive
Hoogconjunctuur
Slide 2 - Diapositive
In 1999 groeit het nationaal inkomen in Nederland met 3,5%.Volgens sommige economen bevindt de economie van Nederland zich in 1999 in een fase van hoogconjunctuur. Zij waarschuwen dat daardoor de inflatie in Nederland kan worden aangewakkerd.
Slide 3 - Diapositive
Is de trendmatige groei van het nationaal inkomen in Nederland hoger dan, gelijk aan of lager dan 3,5%? Verklaar het antwoord.
Slide 4 - Question ouverte
Deze economen waarschuwen voor bestedingsinflatie tijdens hoogconjunctuur. Waarom?
Slide 5 - Question ouverte
In een fase van hoogconjunctuur neemt de bezettingsgraad van de bedrijven toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
In een fase van hoogconjunctuur neemt de vraag naar arbeid toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
De economische groei in Nederland is in 1998 bijna 4% geweest. Een groei van de productie in deze orde van grootte duidt op een fase van hoogconjunctuur. Typerend voor een fase van hoogconjunctuur is dat de arbeidsmarkt krapper wordt waardoor de lonen kunnen stijgen. a. Noem een ander kenmerk van een fase van hoogconjunctuur
Slide 8 - Question ouverte
Verzekeren
Slide 9 - Diapositive
Aan welke begrippen denk je bij verzekeren uit jong en oud?
Slide 10 - Carte mentale
In NL kennen we een collectief zorgverzekeringsstelsel: iedereen is verplicht verzekerd. Maatschappijen hebben goede en slechte risico's. Geef een voorbeeld van een slecht risico voor een zorgverzekeraar
Slide 11 - Question ouverte
In een collectief systeem zijn de premies lager dan in een vrijwillig systeem, omdat in een vrijwillig systeem de gezonde mensen zich soms niet verzekeren. b)Leg uit waarom gezonde mensen zich bij een vrijwillig systeem niet zouden verzekeren.
Slide 12 - Question ouverte
In een vrijwillig systeem kan averechtse selectie ontstaan. Beschrijf deze averechtse selectie. Ga daarbij in op de hoogte van de premie en de goede en slechte risicogroepen.