Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Mentorles 14
Slide 1 - Diapositive
Inhoud
Planning '5
Briefjes 'tafeltjesmiddag' '10
Plannen toetsweek '30
Toetsweek: Donderdag Ns - Fa - Ml (Cito)
6 nov - CS blok 2
14 nov - Studiedag
20-24 nov - Toetsweek
27 nov-1 dec - Gele week
8 dec - Paarse vrijdag
11-15 dec - Feedback week
22 dec - Kerstactiviteit
Kerstvakantie
Slide 2 - Diapositive
Tafeltjesmiddag
Volgende week spreken alle brugklasmentoren jullie oude groep 8 docenten.
Schrijf je naam - basisschool en boodschap voor je docent op.
Slide 3 - Diapositive
Plannen toetsweek
Slide 4 - Diapositive
Dit heb ik al gepland voor de toetsweek
Slide 5 - Question ouverte
Wat betekend het woord 'prioriteit'?
Slide 6 - Question ouverte
Prioriteit
Prioriteren komt vanuit het Latijnse woord 'Prior'.
Voorrang verlenen aan wat belangrijk is of voorrang verlenen aan wat het belangrijkste is.
Wat belangrijk is, moet eerst.
Prioriteiten stellen is keuzes maken.
Slide 7 - Diapositive
Wat hebben plannen en prioriteiten stellen met elkaar te maken?
Slide 8 - Question ouverte
Prioriteiten stellen
Door prioriteiten te stellen ben je besluitvaardig en houd je het overzicht.
Mensen die prioriteiten stellen hebben vaak de zaken op orde. Dit zorgt ervoor dat ze minder snel last van stress hebben, of een burn-out krijgen. Wanneer je namelijk geen prioriteiten stelt, dan is de kans groot dat alles op één hoop komt.
Slide 9 - Diapositive
Hoe lastig is het voor jou om prioriteiten te stellen?
Heel lastig
Lastig
Neutraal
Makkelijk
Heel makkelijk
Slide 10 - Sondage
Waarom is het lastig prioriteiten te stellen?
Kiezen is erg moeilijk
Alles is belangrijk
Het doel kan soms vaag zijn
De prioriteit is niet altijd de leukste optie
Slide 11 - Diapositive
Kwadrant van Covey/Eisenhower
Slide 12 - Diapositive
Stellingen
Geef antwoord op de volgende stellingen, door een van onderstaande antwoorden te kiezen:
Belangrijk & Dringend = Doen
Belangrijk & Niet dringend = Plannen
Niet belangrijk & Dringend = Delegeren
Niet belangrijk & niet dringend = Niet doen
Slide 13 - Diapositive
Gamen, terwijl ik veel huiswerk heb
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen
Slide 14 - Quiz
Huiswerk vergeten te maken voor morgen
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen
Slide 15 - Quiz
Groepsgenoten gaan werken aan een project
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen
Slide 16 - Quiz
Veel leren voor de toetsweek, en helpen in het huishouden
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen
Slide 17 - Quiz
Ik heb al heel veel gedaan aan een project, maar mijn groepsgenoot nog niet
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen
Slide 18 - Quiz
Opdracht (voor de volgende les)
Stap 1: Maak een lijst met alle dingen die je moet doen voor de toetsweek + maak een lijst van alle zaken die je moet doen tot aan de toetsweek.
Stap 2: Deel je taken nu in in het kwadrant. Gebruik het formulier.
Stap 3: gebruik je prioriteiten om je planning te maken van de toetsweek.
Deel je taken op. Schrijf duidelijk op wat EN hoe je gaat leren!