V4- thema 3 - BS4

Thema 3 Genetica
BS4 - geslachtschromosomen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Genetica
BS4 - geslachtschromosomen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen BS4

Slide 2 - Diapositive

begrippen BS4
X-chromosomaal 

Slide 3 - Diapositive

geslachtscellen

Slide 4 - Diapositive

bevruchting

Slide 5 - Diapositive

X-chromosomale overerving 
gen ligt dan op het X-chromosoom
-> % mannen verschilt van % vrouwen
-> dom. en res. van invloed

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden van X-chr. genen
rood-groenkleurenblindheid 
ziekte van Duchenne 
enz. 

Slide 7 - Diapositive

stappenplan kruisingsvraagstukken
  1. Wat zijn de mogelijke allen? 
  2. Wat is het genotype van ouder #1? -> wat zijn de mogelijke gameten?
  3. Wat is het genotype van ouder #2? -> wat zijn de mogelijke gameten?
  4. Maak een kruisingstabel en vul deze in.
  5. Schrijf op wat de mogelijke genotypes zijn en de kans hierop. 
  6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 

Slide 8 - Diapositive

stappenplan kruisingsvraagstukken
  1. Wat zijn de mogelijke allen? 
  2. Wat is het genotype van ouder #1? -> wat zijn de mogelijke gameten?
  3. Wat is het genotype van ouder #2? -> wat zijn de mogelijke gameten?
  4. Maak een kruisingstabel en vul deze in.
  5. Schrijf op wat de mogelijke genotypes zijn en de kans hierop. 
  6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 

Slide 9 - Diapositive

stappenplan
1. Wat zijn de mogelijke allen? 
-> nu extra belangrijk want
mannen sneller ziek -> zowel bij recessief als dominant, omdat ze maar 1 X-chromosoom hebben

- > is vrouw drager recessieve aandoening -> alle zoons 50% kans dat ze een aangedane X krijgen

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

48. Bij mensen is het allel voor kleurenblindheid recessief en X-chromosomaal ( Xk). Een man die alle kleuren kan zien en zijn vrouw die draagster is krijgen een kind. 
a. Maak een kruisingsschema van deze kruising
b. Hoe groot is de kans dat het kleurenblind is als het een dochter wordt geboren? 
c. Hoe is de kans dat het kind kleurenblind is als een zoon wordt geboren? 

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

48. Bij mensen is het allel voor kleurenblindheid recessief en X-chromosomaal ( Xk). Een man die alle kleuren kan zien en zijn vrouw die draagster is krijgen een kind. 
a. Maak een kruisingsschema van deze kruising
1. mogelijke allelen XkY kb - XKY nkb - XKXK nkb- XKXk nkb- XkXk kb
2. genotype ouder 1 -> XKY -> gameten XK en Y
3. genotype ouder 2 -> XKxk

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

48. Bij mensen is het allel voor kleurenblindheid recessief en X-chromosomaal ( Xk). Een man die alle kleuren kan zien en zijn vrouw die draagster is krijgen een kind. 
a. Maak een kruisingsschema van deze kruising
1. mogelijke allelen XkY kb - XKY nkb - XKXK nkb- XKXk nkb- XkXk kb
2. genotype ouder 1 -> XKY -> gameten XK en Y
3. genotype ouder 2 -> XKxk
XK
Y
XK
Xk

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

48. Bij mensen is het allel voor kleurenblindheid recessief en X-chromosomaal ( Xk). Een man die alle kleuren kan zien en zijn vrouw die draagster is krijgen een kind. 
a. Maak een kruisingsschema van deze kruising
1. mogelijke allelen XkY kb - XKY nkb - XKXK nkb- XKXk nkb- XkXk kb
2. genotype ouder 1 -> XKY -> gameten XK en Y
3. genotype ouder 2 -> XKxk
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

5. Schrijf op wat de mogelijke genotypes zijn en de kans hierop. 

6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

5. Schrijf op wat de mogelijke genotypes zijn en de kans hierop. 
(stap 1) mogelijke allelen 
XkY  -> 1 van de 4 = 25%
XKY  -> 1 van de 4 = 25%
XKXK -> 1 van de 4 = 25%
 XKXk -> 1 van de 4 = 25 %



6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XkY  -> 1 van de 4 = 25% =  kleurenblind
XKY  -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXK -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
 XKXk -> 1 van de 4 = 25 % = niet kleurenblind

terug naar de vragen : 



6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XkY  -> 1 van de 4 = 25% =  kleurenblind
XKY  -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXK -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
 XKXk -> 1 van de 4 = 25 % = niet kleurenblind

b) kans op een kleurenblinde dochter?      c) kans op een kleurenblinde zoon?



6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XkY  -> 1 van de 4 = 25% =  kleurenblind
XKY  -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXK -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
 XKXk -> 1 van de 4 = 25 % = niet kleurenblind

b) kans op een kleurenblinde dochter?                  c) kans op een kleurenblinde zoon?
b) kans op XkXk niet aanwezig = 0%




6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld vraag: 

6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XkY  -> 1 van de 4 = 25% =  kleurenblind
XKY  -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
XKXK -> 1 van de 4 = 25% = niet kleurenblind
 XKXk -> 1 van de 4 = 25 % = niet kleurenblind

b) kans op een kleurenblinde dochter?             c) kans op een kleurenblinde zoon?
b) kans op XkXk niet aanwezig = 0%.                   c) kans op XkY ?  -> is 25%




6. Schrijf op wat de mogelijke fenotypes zijn en de kans hierop. 
XK
Y
XK
XKXK
XKY
Xk
XKXk
XkY

Slide 20 - Diapositive

Tips bij  X- (of Y-) chromosomaleovererving
check of het X- of Y- chromosomaal overerft
gooi nooit alle fenotypes op 1 hoop -> want resultaat is dus afhankelijk van het geslacht

let op!!!
in het dierenrijk is niet altijd XX vrouw en XY man!! 
-> vogels!!! 

Slide 21 - Diapositive

X-chromosomale overerving
Bij kanaries komt een allel e voor dat X-chromosomaal en recessief is. Embryo's die geen allel E bezitten, sterven in een vroeg stadium. Bij vogels hebben mannetjes twee X-chromosomen per lichaamscel en vrouwtjes één X- en één Y-chromosoom. Een kanarievrouwtje paart met een homozygoot kanariemannetje.
  • Hoe groot is de kans dat het eerst-uitgekomen kanariemannetje heterozygoot is voor deze eigenschap? Laat dit zien met een kruisingsschema. 

Slide 22 - Diapositive

X-chromosomale overerving
Hieronder staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een ziekte. De zwarte personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door één gen dat X- chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn. Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?
 

Slide 23 - Diapositive

Hieronder staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een ziekte. De zwarte personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door één gen dat X- chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn. Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?

Slide 24 - Question ouverte

huiswerk
opdracht 35 t/m 42
interesse in meer verdieping? opdracht 43 en 44
lees BS5

Slide 25 - Diapositive