Hoofdstuk 3 Stoffen

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3 Stoffen

§3.1 Stofeigenschappen

Stof = de materie waar alles om ons heen van is gemaakt.

Stofeigenschap = dingen waaraan je een stof kan herkennen

Geur, kleur en smaak zijn voorbeelden van stofeigenschappen. Noem nog 4 stofeigenschappen.

Veilig werken met stoffen

Sommige stoffen zijn gevaarlijker dan andere. 

Er zijn daarom veiligheidsregels en maatregelen in het lokaal. 

Hoe werk je veilig met gevaarlijke stoffen?

- niet proeven

- voorzichtig ruiken (hoe doe je dat?)

Welke veiligheidsmaatregel is te vinden in het nask lokaal?

1. Rode knop
2. Oogdouche
3. Blusdeken
4. EHBO koffertje

Hoe ruik je voorzichtig aan een onbekende stof?

§3.2 Moleculen

Stoffen bestaan uit moleculen. 

Moleculen zijn heel klein. 

Elke stof heeft zijn eigen soort molecuul. 

Het molecuul model

6 regels over moleculen

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen sneller als het warm is.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Moleculen stoten elkaar af.

1. Waar
2. Niet waar

Welke regel van het molecuulmodel verklaart waarom een waterdruppel aan de kraan blijft hangen?

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen in waterdamp sneller dan in ijs?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is geen regel van het molecuul model?

1. Moleculen trekken elkaar aan
2. Moleculen bewegen
3. Tussen moleculen zit geen lucht
4. Moleculen bewegen langzamer bij een hoge temperatuur

Waar of niet waar?
Waterdamp = vaste fase

1. Waar
2. Niet waar

De brander

- Onderdelen van de brander

- Hoe zet je de brander veilig aan en uit?

Waarmee kan ik de vlam veranderen?
Pauze vlam / blauwe vlam

1. Gasknop
2. Schoorsteen
3. Luchtschijf
4. Voet

Wat is de eerste stap om de brander aan te zetten?

1. Kijken of de schoorsteen leeg is
2. Controleren of de knoppen dicht zitten
3. Gasslang aansluiten
4. Hoofdkraan open

Wat doe je eerder:
De lucifer aan of de gasknop open?

1. Lucifer
2. Gasknop

§3.3 Warm en koud

Stoffen zetten uit als ze warm worden. Hoe komt dit?

Verschillende thermometers:

Vloeistof-thermometer, bimetaal-thermometer, digitale thermometer

Wat voor soort
thermometer is dit?

1. Vloeistof thermometer
2. Bimetaal thermometer
3. Digitale thermometer

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?

1. 38,8 graden
2. 37 graden
3. 41 grade
4. 39,2 graden

Waarom zetten stoffen uit als ze warmer worden?

Voorbeeld toets vraag: 

Maak de schaalverdeling af in stappen van 10 graden Celsius. 

Waar komt -10 graden  te staan? En 110 graden ?

_________ 0 graden

_________ 100 graden

§3.4 Fasen en faseovergangen

Stoffen kunnen in verschillende fasen voorkomen. Welke fase is waterdamp?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas

Stoffen kunnen in verschillende fasen voorkomen. Welke fase is ijs?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas

Hoe noemen we de faseovergang van vast naar vloeibaar?

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Smelten
4. Stollen

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vast?

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Sublimeren
4. Rijpen

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vloeibaar?

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Smelten
4. Stollen

Stoffen bestaan uit moleculen. 

Hieronder staan drie afbeeldingen. 

Koppel de juiste afbeelding aan de juiste fase. 

Vaste fase

Vloeibare fase

Gasvormige fase

Kook- en smeltpunt

Wat is het smeltpunt
van deze stof?

1. 550 graden
2. 220 graden
3. 300 graden
4. 50 graden

In welke fase bevindt zwavel
zich bij een kamertemperatuur
van 20 graden Celsius.

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas

Stof A heeft een smeltpunt van 35 graden en een kookpunt van 80 graden.
In welke fase zit deze stof bij een temperatuur van 20 graden Celsius?

1. Gas
2. Vloeibaar
3. Vast

§3.5 Zware en Lichte stoffen

Volume(inhoud) berekenen

 lengte x breedte x hoogte

1cm x 1cm x 1cm  = 1cm3

Dichtheid berekenen

Massa : volume

1 gram : 1 cm3 = 1 g/cm3

Hoe kan ik het volume(inhoud)
van dit blok hout berekenen?

Hoe kan ik de dichtheid
van dit blok hout berekenen?

Huiswerk

Nakijkbladen in de classroom

§3.1 opdracht 4 t/m 18 

§3.2 opdracht 21 t/m 31

§3.3 opdracht 43 t/m 53

§3.4 opdracht 55, 56, 57, 58, 62, 63, 69, 70, 73 

§3.5 opdracht 81, 85, 86, 94

Proefwerk staat in Magister !