signaalwoorden 2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welk signaalwoord past in deze zin?
Sie hatten noch viel zu tun, _____ sind sie nach Hause gegangen

1. deswegen
2. deshalb
3. weil
4. nämlich

Hoe vertaal je dit signaalwoord? : sogar

1. zeker
2. dus
3. zelfs

Welk signaalwoord hoort hier niet bij?

1. vor allem
2. letztendlich
3. zumal

Wat betekent: allerdings

1. echter
2. zeker
3. bijvoorbeeld
4. toch al

Wat betekent dit signaalwoord?: kaum

Wat is de vertaling van dit signaalwoord? : zudem

Welk signaalwoord past in deze zin?
Ich habe_____ (=tot nu toe) noch kein Museum besucht.

1. hingegen
2. bislang
3. wie

Welk signaalwoord past in deze zin? Sie hatten 4 _____ 2 Karten reserviert.

1. kaum
2. schließlich
3. statt

Vertaal 'zwar' in de zin: ich habe zwar viel zu tun, aber ich werde da sein

1. zwaar
2. zelfs
3. weliswaar
4. helemaal

Wir haben heute nicht nur Mathe, sondern auch Physik

1. niet nu... maar ook
2. aan de ene kant, aan de andere kant
3. niet alleen... maar ook

Hoe vertaal je het signaalwoord 'trotz' ?

1. ondanks
2. bovendien
3. trots
4. doordat

Vul in: ...... essen,......frühstücken,.....in die Schule fahren

1. zugleich, dann, zuletzt
2. zunächst, nach, zusätzlich
3. zunächst, dann, zuletzt

Er benimmt sich.......ein Clown.

1. als
2. wie
3. es sei denn

Die Fragen sind zu Ende.
Lernt die Signalwörter damit ihr sie erkennnen könnt! (damit)

1. daarmee
2. opdat, zodat
3. daarom