Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H3 Les 1 Werken bij een schoonmaakbedrijf

Diensteverlening en zorg H3: Les 1
Werken bij een schoonmaakbedrijf
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VOAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Diensteverlening en zorg H3: Les 1
Werken bij een schoonmaakbedrijf

Slide 1 - Diapositive

               Terugblik: wijkcentrum
In de vorige periode ging het over werken in een wijkcentrum
-Je weet dat een wijkcentrum soms buurthuis wordt genoemd
-Dat je er soms vergaderingen kunt houden,
-Dat er soms een kinderopvang op peuterspeelzaal in zit
-Dat er meerdere zalen zijn waar activiteiten plaatsvinden

Slide 2 - Diapositive

Doel Les 1: Aan het eind van deze les weet ik:
-Wat werken bij een groot schoonmaakbedrijf inhoudt
-Leer je welke werkzaamheden je gaat doen als schoonmaker
-Leer je hoe je dat veilig doet
-Leer je hoe je plant en je werk organiseert
-Leer je dat overleggen en samenwerken belangrijk zijn
werkoverleg

Slide 3 - Diapositive

Werken bij een schoonmaakbedrijf
-Schoonmakers werken in teams
-Elk team heeft een teamleider
-Jouw team maakt b.v. kantoren schoon in een kantoorgebouw
-Je moet van alles doen: b.v. dweilen of stofzuigen, de entree en de gangen
-Ze reinigen de toiletten
-Ruimen rommel op in de kantoren en soms hoort het afnemen van de keukenspullen erbij. (het ligt aan de afspraak met de baas)
een team

Slide 4 - Diapositive

Schoonmaakmaterialen
-een dweil, werkdoeken
-een stofzuiger, een mop
-een vochtige werkdoek + spuitflacon
-een wc-borstel, emmer
- een stoffer en blik en ramenwisser

Slide 5 - Diapositive

Schoonmaakmiddelen
-In elk kantoor is vaak een klein magazijn
-Daar hangt werkkleding
-Daar staan de schoonmaakspullen
-afwasmiddel, ruitenreiniger, wc-reiniger, allesreiniger, zeep, waspoeder en chloor

Slide 6 - Diapositive

Belangrijk werk
-Schoonmakers doen belangrijk en verantwoordelijk werk
-Je werkt zorgvuldig en je doet je werk altijd in de goede volgorde
-Je gebruikt de schoonmaakmaterialen op de goede manier
-En je bent altijd voorzichtig met schoonmaakmiddelen
schoonmaakmiddelen veilig opbergen

Slide 7 - Diapositive

Boven een vieze wc gaan hangen in plaats van zitten maakt weinig uit want de besmettingsroute loopt via de handen. Wie de bril aanraakt, of de geïnfecteerde spoelknop, en daarna met de handen de mond beroert, stuurt de micro-organismen richting de maag, waar ze inderdaad darmklachten kunnen veroorzaken.

Slide 8 - Diapositive

Veiligheid, gezondheid en duurzaamheid
-Sommige schoonmaakmiddelen zijn gevaarlijk
-Bijvoorbeeld gevaarlijk voor de gezondheid of voor het milieu
-Daarom moet je goed weten hoe je er veilig mee werkt.
-Zie volgende filmpje (doorscrollen tot filmpje)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Ook duurzaam werken is belangrijk!

Slide 11 - Diapositive

Noem 3 werkzaamheden die je moet doen bij een schoonmaakbedrijf (3p)

Slide 12 - Question ouverte

Wat is geen schoonmaakmateriaal?
(1p)
A
stofzuiger
B
stoffer en blik
C
w.c.-reiniger
D
dweil

Slide 13 - Quiz

Wat is geen schoonmaakmiddel?
(1p)
A
vochtige werkdoek
B
ruitenreiniger
C
zeep
D
waspoeder

Slide 14 - Quiz

Wat is "verantwoordelijk"?
A: goed voor iets of iemand zorgen
B: snel werken (1p)

Slide 15 - Question ouverte

Waar is dit een voorbeeld van? (0,5p)

Ik gebruik een schoonmaakmiddel waarvan ik maar weinig nodig heb.
A
veiligheid
B
duurzaamheid

Slide 16 - Quiz

Waar is dit een voorbeeld van? (0,5p)

Mix nooit verschillende schoonmaakmiddelen door elkaar.
A
duurzaamheid
B
veiligheid

Slide 17 - Quiz

Vul aan:
Ik dweil de vloer met een emmer water met.............
(1p)

Slide 18 - Question ouverte

Vul aan:
Ik was mijn handen met water en ...
(1p)

Slide 19 - Question ouverte

Welke werkzaamheden doe je niet bij een schoonmaakbedrijf?
(1p)
A
kantoren schoonmaken en toiletten reinigen
B
de zolder opruimen en de ingang verven
C
toiletten reinigen en gangen dweilen
D
keukenspullen afnemen en rommel opruimen

Slide 20 - Quiz