havo 2 Kapitel 3 Schultüte

• Duits
• Secondary Education

havo 2 Kapitel 3 Mehrzahl

Herzlich wilkommen!

Was machen wir heute? 

• Lernliste 
• Landeskunde: Schulstart
• Grammatik: Plural 
• Sprechen: Umlaute ä,ö, ü

Lernziel:

• Je kent de Duitse traditie Schultüte en kan de verschillen tussen een D en een NL eerste schooldag benoemen.
• Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige nw.

Lernliste

Kennst du die Wörter aus der Lernliste?

Schreibe alles auf was du kennst:

• 4 Schulfächer
• 4 Tage
• 3 Uhrzeiten
• 4 Dinge zum Thema Schule (zum Beispiel: het lesrooster, het proefwerk, het huiswerk, ...)

Beantworde die Fragen

Fertig? 

google classroom

Het meervoud van zelfstandige nw.

Het lidwoord in het meervoud is altijd "die".

Mannelijk= (Umlaut) +e	der Ball → die B ä ll e
Vrouwelijk= + (e)n	die Straße → die Straße n die Prüfung → die Prüfung en
Onzijdig= +e	das Heft → die Heft e
Onzijdige en mannelijke woorden die eindigen op -en, -el en -er blijven hetzelfde.	das Mädchen → die Mädchen der Lehrer → die Lehrer
Veel woorden die eindigen op -a, -i, -o en -y krijgen +s	das Handy → die Handy s das Auto → die Auto s

1 der Spitzer

2 der Schrank

3 der Computer

4 die Schultasche

5 das Bücherregal

6 der Radiergummi

7 die Schülerzeitung

1 die Spitzer

2 die Schränke

3 die Computer

4 die Schultaschen

5 die Bücherregale

6 die Radiergummis

7 die Schülerzeitungen

Grammatik

Was?	Seite 86 Aufgabe 24 / 26
Wie?	allein oder zu zweit
Wie lange?	8 Minuten
Hilfe?	Schau ins Buch Grammatikübersicht
Fertig?	Aufgabe 25, online methode slim stamen

Sprechen

Seite 88

Aufgabe 28, 29

Was hast du heute gelernt?

Het meervoud bij het mannelijk geslacht 

Regel: woord + e (+ mogelijk een umlaut)

Alleen de a, o, u, au kunnen een umlaut krijgen! (bij  het mannelijk geslacht)

voorbeelden:                                                     

Uitzondering! 

Woorden in het ev op -en, -el, -er krijgen geen uitgang bij het mv!

Voorbeeld:

der Sohn	die Söhne
der Baum	die Bäume
der Tisch	die Tische

der Wagen

die Wagen

Het meervoud bij het vrouwelijke geslacht

Hoofdregel: woord + -n, -en, -nen

Voorbeelden:                                

die Schule	die Schulen
die Frau	die Frauen
die Löwin	die Löwinnen

Het meervoud bij onzijdige woorden

Regel: woord + e

Voorbeeld:                                   

Uitzondering! Woorden die eindigen op -en, el, -er krijgen geen uitgang bij het mv. 

das ZImmer

die Zimmer