Woordenschat les 1 en 2: synoniemen woordenlijst H1

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

  • Kennen en kunnen
  • Synoniemen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

  • Moeilijke woorden H1
  • Synoniemen
  • Uitleggen wat een synoniem is.
  • Achter de betekenis van een moeilijk woord komen door het synoniem op te zoeken.
  • Betekenissen koppelen aan de bijbehorende begrippen.
  • Alle lessen: zelf een eigen woordenlijst bijhouden met moeilijke woorden die je elke week tegenkomt. Ook zelf de betekenis noteren.

Slide 4 - Diapositive

Maak een pagina aan in je schrift voor je eigen woordenlijst.

Elke week (op maandag) nemen we door welke woorden jullie zijn tegengekomen waarvan je de betekenis niet wee (of nog niet precies weet).

Je zoekt ook meteen op wat de betekenis is en noteert deze erbij in je schrift.



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

  • Wat: Lees de uitleg over synoniemen op blz. 24. Maak opdracht 1, 2 en 3.
  • Hoe: Alleen
  • Hulp: mevrouw de Vries, tekstboek, buurman/vrouw
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar?: Maak opdracht 4 en 5 

Slide 7 - Diapositive

Wat is een synoniem?

Slide 8 - Carte mentale

Sleep het juiste synoniem 
naar de woorden in de eerste rij.
begrijpen
blessure
eenvoudig
gemakkelijk
snappen
verwonding

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep het juiste synoniem 
naar de woorden in de eerste rij.
nogal
opdracht
twijfelen
aarzelen
tamelijk
taak

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
De vorige keer moest Karim afrekenen, wie gaat er vandaag betalen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
De entree is aan de voorkant en aan de achterkant is ook een ingang.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

  • Herhaling synoniemen
  • Kennen en kunnen
  • Woordenlijst H1
  • Afsluiting

Slide 16 - Diapositive

Wat is een synoniem?

Slide 17 - Carte mentale

Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
We hebben amper geluisterd, maar je kon Sjors ook nauwelijks verstaan.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
Tim kan erg kwaad worden, maar meestal blijft hij niet lang boos.

Slide 19 - Question ouverte

  • Moeilijke woorden H1
  • Synoniemen
  • Uitleggen wat een synoniem is.
  • Achter de betekenis van een moeilijk woord komen door het synoniem op te zoeken.
  • Betekenissen koppelen aan de bijbehorende begrippen.
  • Alle lessen: zelf een eigen woordenlijst bijhouden met moeilijke woorden die je elke week tegenkomt. Ook zelf de betekenis noteren.

Slide 20 - Diapositive

Maak een pagina aan in je schrift voor je eigen woordenlijst.

Elke week (op maandag) nemen we door welke woorden jullie zijn tegengekomen waarvan je de betekenis niet wee (of nog niet precies weet).

Je zoekt ook meteen op wat de betekenis is en noteert deze erbij in je schrift.



Slide 21 - Diapositive

  • Wat: voor je ligt de woordenlijst van H1. De woorden en betekenissen zijn gehusseld. Combineer de juiste woorden en betekenissen met elkaar.
  • Hoe: in tweetallen
  • Hulp: buurman/vrouw, mevrouw de Vries
  • Tijd: 15 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar?: Haal de complete woordenlijst op bij je docent. Controleer jullie eigen antwoorden. Markeer daarna de woorden op de lijst waarvan je de betekenis voor de opdracht als wist. 
  • Daarna klaar? Maak opdracht 6 op blz. 25

Slide 22 - Diapositive

Wat is de betekenis van: stimuleren
A
versterken
B
nep
C
bewijzen
D
natuurlijk

Slide 23 - Quiz

Wat is de betekenis van: individueel
A
versterken
B
alleen
C
natuurlijk
D
enorme

Slide 24 - Quiz

Bij welk woord hoort de volgende beschrijving: het nepmedicijn
A
aantonen
B
de methode
C
frequent
D
placebo

Slide 25 - Quiz