Startrekenen Vooraf: Hoofdstuk 10 Meten

Startrekenen Vooraf
H 10 Meten 

Bladzijde 98 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen Vooraf
H 10 Meten 

Bladzijde 98 

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je dat we het vandaag over gaan hebben?

Slide 2 - Diapositive

Doelen:
- Ik kan de afmetingen benoemen.
- Ik weet welke lengte aanduidingen er zijn.

Slide 3 - Diapositive

Lengte meten 

Slide 4 - Diapositive

Wat is lengte?

Slide 5 - Question ouverte

Lengte 
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is
Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:
  • De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  • De afstand tussen Oosterhout is 5 km.

Slide 6 - Diapositive

Breedte
Breedte betekent hoe wijd iets is van de ene zijkant naar de andere. 

Stel je een deur voor: de breedte is de afstand van de linkerzijkant van de deur tot de rechterzijkant.

Slide 7 - Diapositive

Hoogte
Hoogte betekent hoe hoog iets is.

Slide 8 - Diapositive

Diepte
Diepte betekent hoe diep iets is.

Stel je een kast voor: de diepte is de afstand van de voorkant van de kast tot helemaal achterin. Het helpt je te begrijpen hoeveel ruimte er in iets zit, zoals of een doos in een kast past. 



Slide 9 - Diapositive

welke lengtematen ken je?

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Maken

Hoofdstuk 10 meten 

Opdracht 1 tot en met 11. 
Bladzijde 98 t/m 107

Af? Numo


 

Slide 12 - Diapositive

De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter

Slide 13 - Quiz

De punt van een potlood geef ik aan in....
A
decimeter
B
centimeter
C
decameter
D
millimeter

Slide 14 - Quiz

De hoogte van een deur is ongeveer....
A
2 decimeter
B
20 centimeter
C
5 meter
D
2 meter

Slide 15 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de zin:
De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Wat de oppervlakte van de tuin is.
D
Wat de omtrek van de tuin is.

Slide 16 - Quiz

Als je de breedte van de plank opmeet noem je dat ook wel de .........?

Slide 17 - Question ouverte

Als je meet hoe lang iemand is dan meet de ......

Slide 18 - Question ouverte

Als je de zijkant van een kast meet, dan meet je de...

Slide 19 - Question ouverte

Jan wil meten hoe hoog de tafel is hij meet de ......

Slide 20 - Question ouverte

Als je wil weten of je kan duiken moet je de ......... weten

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 22 - Quiz

Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 23 - Quiz

Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 24 - Quiz

Hoeveel mm is een liniaal?
A
3
B
30
C
3000
D
300

Slide 25 - Quiz

De man aan de rechterkant is 2.20 m
hoeveel cm lang is hij?
A
22 cm
B
2.200 cm
C
22.000 cm
D
220 cm

Slide 26 - Quiz

Hoeveel meter is het naar Grijpskerk?
A
6000
B
600
C
6
D
60

Slide 27 - Quiz

0

Slide 28 - Vidéo

Centimeters en millimeters 

Slide 29 - Diapositive

Doelen behaald?
010

Slide 30 - Sondage

Maken

Hoofdstuk 10 meten 
Opdracht 12 tot en met 32. 
Bladzijde 108 t/m 123

Af: Lever je boek in en pak het werkboekje meten.


 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Maken

Hoofdstuk 10 meten 
Opdracht 33 tot en met 46. 
Bladzijde 124 t/m 136

Af: Lever je boek in 


 

Slide 33 - Diapositive