Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Meten is weten
Slide 1 - Diapositive
Meten is weten
Hoe lang je bent met een meetlat. (meten)
De temperatuur buiten met een thermometer.
Het gewicht met een weegschaal. (wegen)
WAAROM ZOU JE GAAN METEN?
Slide 2 - Diapositive
Meten geeft je belangrijke informatie.
Als je bijvoorbeeld wilt weten hoeveel je bent gegroeid in een jaar, of het buiten warm genoeg is voor een korte broek of hoeveel gram suiker je nodig hebt voor het bakken van de koekjes.
Slide 3 - Diapositive
Lengte
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is.
Soms hebben ze het ook wel over afstand.
Bijvoorbeeld:
De Lengte van de woonkamer is 7 meter.
De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
Slide 4 - Diapositive
Met welke eenheid meet je?
Slide 5 - Diapositive
welke lengtematen ken je?
Slide 6 - Carte mentale
hulpmiddel voor de volgorde van het trapje.
Slide 7 - Diapositive
De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter
Slide 8 - Quiz
De punt van een potlood geef ik aan in....
A
decimeter
B
centimeter
C
decameter
D
millimeter
Slide 9 - Quiz
De hoogte van een deur is ongeveer....
A
2 decimeter
B
20 centimeter
C
5 meter
D
2 meter
Slide 10 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de zin: De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Wat de oppervlakte van de tuin is.
D
Wat de omtrek van de tuin is.
Slide 11 - Quiz
1 mm = nageldikte
1 cm = breedte nagel
1 dm = breedte hand
1 m = bordliniaal
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 13 - Quiz
Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 14 - Quiz
Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 15 - Quiz
De man aan de linkerkant is 2.20 m hoeveel cm lang is hij?