4. Mindset

• LOB
• MBO
• Studiejaar 4

Zelfvertrouwen

Mindset

Hoe gaat het?

Vorige week..

- Wat is je bij gebleven?

- Waar heb je nog aan gedacht?

- Focus op het 'bewijs' van je kwaliteiten

- Ik ben iemand die...

Ik ben iemand die..

Positiviteit van de week!

Mind set

Je brein.
Grote vriend of je grote vijand.

Geloof niet alles wat je denkt.

Gedachten

Gevoel

Gedrag

Gevolg

Selffulfilling prophecy

Gericht op negativiteit

Vanuit de evolutie gezien heel handig

Snel kunnen reageren én goed onthouden

Welke enge situaties zijn er?

Schrijf minimaal 3 situaties op die bij jou stress oproepen

Wat gebeurt er dan bij jou?

- Wat doe jij?

- Wat denk jij?

- Wat voel je?

Vechten, vluchten, bevriezen

Vechten:

Misdragen, lolbroek uithangen, boos worden, discussie aangaan, agressief (in woorden of daden).

Vluchten:

Dagdromen, weglopen, spijbelen/ziek melden, terugtrekken in jezelf, mensen vermijden, afleiding zoeken

Bevriezen:

Black out, niet kunnen antwoorden, niet kunnen bewegen of handelen, gevoelloosheid

Bespreek in tweetallen

Welke ervaring heb jij met 'vechten', 'vluchten' en 'bevriezen'?

Neo Cortex

Rationeel nadenken

Het deel dat heel goed weet dat 'fouten maken mag'

Stress

Vecht - vlucht - bevries

Rationeel denken werkt niet

Adrenaline - stress - paniek 

Eerst landen op de cortex

G schema

Dwingt jezelf logisch na te denken

Stil staan bij je limbische gedachten

Is het wáár wat jij denkt?

Welke gevolgen heeft het voor je?

G Schema

Schrijf voor jezelf op

Denken - Doen

De kracht van dóen

Kom-in-actie-lijst

Huiswerk