Rijk & Arm

Vertel in 1 zin waar de vorige les over ging.
1 / 45
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vertel in 1 zin waar de vorige les over ging.

Slide 1 - Carte mentale

De meeste mensen werken in dit land in de landbouw (primaire sector)
A
Ontwikkelde landen
B
Ontwikkelingslanden

Slide 2 - Quiz

In dit land werken de meeste mensen in de diensten (Tertiaire sector)
A
Ontwikkelde landen
B
Ontwikkelingslanden

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Deze les is een succes als; 

Slide 5 - Diapositive

1- Centrum

De landen in het centrum zijn rijk en hebben veel macht.

Deze landen noemen we westerse landen.


Kenmerken van deze landen:

- goed onderwijs

- gezondheidszorg is goed geregeld

- mensen hebben een goed inkomen / veel geld

- de industrie verloopt goed : er worden ingewikkelde producten gemaakt zoals medicijnen en auto's.

Slide 6 - Diapositive

2- Semiperiferie 


Zitten tussen het centrum en periferie in. Zij zijn onderworpen aan het centrum, maar oefenen macht uit op de periferie. 

Soms zijn het landen die eerst bij de periferie hoorden. 

Dit noem je opkomende landen. 

Slide 7 - Diapositive

3- Periferie

De landen in de periferie zijn arm. We noemen deze landen ontwikkelingslanden of derdewereldlanden.


Kenmerken:

- mensen werken in de landbouw

- Veel kinderen kunnen niet naar school

- De gezondheidszorg is niet goed geregeld

- Grondstoffen uit deze landen worden verkocht aan landen in het centrum. Bijvoorbeeld goud en koper.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 

Slide 9 - Diapositive

wat voor prodcuten gaan er over en weer? 

Slide 10 - Diapositive

Centrum
Semiperiferie
Periferie
Volgers
Koplopers
Achterblijvers
Rijk
Ontwikkelingslanden

Slide 11 - Question de remorquage

Vaccinaties, incidentele hulp

Slide 12 - Diapositive

Voedsel, incidentele (nood) hulp 

Slide 13 - Diapositive

microkrediet, structurele hulp

Slide 14 - Diapositive

Bilaterale en multilaterale hulp
Bilaterale hulp is hulp van land tot land. 

Multilaterale hulp is hulp via een internationale ontwikkelingsorganisatie.

Slide 15 - Diapositive

Gebonden en ongebonden hulp
Bij gebonden hulp bepaalt de gever hoe het besteed moet worden.

Bij ongebonden hulp mag de ontvanger bepalen hoe het besteed wordt.

Slide 16 - Diapositive

Les (02-02-21) 
- herhalen week 4
- uitleg week 5
- opdrachten/huiswerk voor donderdag 4 februari
- donderdag 11 februari - toets week 1 t/m week 5 Portal + Lessonup (aantekeningen/samenvattingen) 

Slide 17 - Diapositive

Soorten hulp
  • Noodhulp - helpen overleven bij een noodsituatie (na een natuurramp).
  • Structurele hulp - langdurige hulp.


Slide 18 - Diapositive

Noodhulp
Structurele hulp

Slide 19 - Diapositive

Noodhulp is nodig!

Slide 20 - Diapositive

Noodhulp Mozambique

Slide 21 - Diapositive

Voorbeelden van noodhulp!

Slide 22 - Diapositive

Voorbeelden van structurele hulp!

Slide 23 - Diapositive

Noodhulp is ....
A
voor korte tijd
B
langere tijd

Slide 24 - Quiz

Hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 25 - Quiz

dit is een
voorbeeld van:
A
Noodhulp
B
Structurelehulp

Slide 26 - Quiz

Leerdoelen week 5 (wit)
-Je beschrijft kenmerken van wijken met een hogere en lagere welvaart en welzijn.
-Je verklaart het verschil in het welzijn tussen gebieden in de eigen regio.
- Je beschrijft en verklaart de lage regionale ongelijkheid in Nederland.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Verschillende soorten wijken
  • We gaan ons richten op de stad Eindhoven
  • Veel verschillende wijken -->  een deel van een stad
  • 20 ste eeuw groeide Eindhoven --> Philips
  • Er worden wijken bij gebouwd, zoals Doornakkers.

Slide 29 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een arme en rijke wijk?  

                                                                 

  • Ga naar google --> google maps
  • Zoeken:  Doornakers, Eindhoven
  • Zet het poppetje / Street view in de wijk
  • Loop 5 min door de wijk en kijk wat je ziet en noteer dit in Lesson-up

Slide 30 - Diapositive

Wat voor wijk is Doornakkers.
Wat valt je op / wat zie je?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Wat voor wijk is De Karpen?
Wat valt je op / wat zie je?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welvaart : genoeg geld hebben voor eerste
levensbehoeftes --> vaak gemeten in geld

Koopwoningen
Huurwoningen

WOZ-Waarde -> Wet Onroerende 
zaakbelasting --> is de geschatte 
marktwaarde van je woning.

Slide 35 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welzijn --> hoe je je voelt
  • Leefbaarheid
  • Bebouwingsdichtheid
  • Groenvoorzieningen
  • Voorzieningen
  • Onderhoud van huizen, voorzieningen
  • Veiligheid en gezondheid
  • Autodichtheid

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen:



Slide 37 - Diapositive

Leerdoelen deze les
- Je beschrijft kenmerken van wijken met een hogere en lagere welvaart en welzijn.
- Je verklaart het verschil in welzijn tussen gebieden in de eigen regio.
- Je beschrijft en verklaart de lage regionale ongelijkheid in Nederland.

Slide 38 - Diapositive

Herhaling leerdoelen 

Slide 39 - Diapositive

Agenda donderdag 4 feb
  • Opdrachten 
  • Maken opdracht 6 t/m 8

Slide 40 - Diapositive

Zijn de bewoners in een rijke wijk (De Karpen) gelukkiger?                                                                             

Slide 41 - Diapositive

Wanneer vind jij een wijk prettig om in te wonen?

Slide 42 - Carte mentale

Hoe beoordeel je de leefbaarheid in jouw wijk?
A
Slecht
B
Matig
C
Goed
D
Zeer goed

Slide 43 - Quiz

Wat vind je negatief in jouw woonwijk?

Slide 44 - Carte mentale

Wat vind je positief in jouw woonwijk

Slide 45 - Carte mentale