Signaalwoorden en feiten, meningen en argumenten

SIGNAALWOORDEN

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

SIGNAALWOORDEN

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Leer je wat verbanden zijn
Leer je verbanden herkennen
Leer je wat feiten, meningen en argumenten zijn

Slide 2 - Diapositive

timer
0:30000
signaalwoorden

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Signaalwoorden

Slide 5 - Diapositive

Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
Oorzaak-Gevolg
Chronologie
Tegenstelling
echter
daarna
maar
doordat
vervolgens
toch
waardoor
eerst

Slide 6 - Question de remorquage

Verzin zelf een zin waarin een signaalwoord staat.

Slide 7 - Question ouverte

Feit, mening, argument

Slide 8 - Diapositive

Een mening/ standpunt

Slide 9 - Carte mentale

Feit vs. Mening

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Iets wat waar is of onwaar en wat je kunt controleren.
Iets wat iemand vindt en waarmee je het eens of oneens kunt zijn.
De reden waarom iemand iets vindt.
Een argument is...
Een feit is...
Een mening is...

Slide 12 - Question de remorquage

Signaalwoorden


Slide 13 - Diapositive

Mening
Argument
Opsomming
Volgorde van tijd
Voorbeelden
Ik vind, naar mijn mening
want, omdat
Ten eerst, ten tweede
Je hebt nodig: meel, eieren en melk. 
Eerst, daarna, vervolgend
zo, zoals, bijvoorbeeld

Slide 14 - Question de remorquage

Stel een vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte