2AH -bron G - c.2 6e ed -16/1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,4

BONJOUR

tout le monde!!

                   Attention!

• Ga zitten volgens plattegrond
• Leg je boek en iPad op tafel
• iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

BONJOUR

Pak je iPad

Exercice (opdracht):

Ga naar www.verbuga.eu

Werkwoorden: aimer, chercher, essayer, parler, regarder, tomber

Tijd: présent

Exercice

Pak je schrift.

Zet de werkwoorden tussen haakjes in de goede vorm.

1. (adorer)          Tu .... ton chien?

2. (détester)      Paula ... la pizza!

3. (regarder)      Ils ... un film.

4. (parler)           Je ... anglais et espagnol.

5. (habiter)         Nous ... à Paris.

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag

Aujourd'hui

Jeudi 16 janvier

1.  But                                

2.  Toets

3. Parler et écrire                          

4. Evaluation                   

But: 

Havo: ik kan 5 voorwerpen noemen in het Frans 

die in een slaapkamer staan.

Vwo: Ik kan in het Frans zeggen in wat voor type huis ik woon en of mijn kamer groot of klein is.  

Toets chapitre 2

Wanneer:      2aha: dinsdag 28 januari/ 2ha donderdag 30 januari

Wat leer je:   woordjes A, B, E + F (fn + nf)

                           zinnen C + G (fn + nf)

                           grammatica D en H + aantekeningen/lessonUps

Prononciation

1. Lees het blauwe blok op 

blz. 82. Zet een streepje onder de letter(s) die je niet uitspreekt.

2. Vergelijk je streepjes met die van je buur.

3. Luister naar de uitspraak van de zinnen. Staan je streepjes goed?

Ta chambre

Welke voorwerpen heb jij op je kamer?

Remplis ex. 27a

1. individuel

2. en duo's

Écrire et parler - HAVO - Exercice 28

1. Zoek de Franse woorden op van de voorwerpen in de slaapkamer. 

2. Ga  met elkaar in gesprek. 

Stel elkaar de vraag: 

Qu'est-ce qu'il y a dans la chambre?

Antwoord met: 

Il y a un/une.....(noem een voorwerp).

Evaluation

But: 

Havo: ik kan 5 voorwerpen noemen in het Frans

die in een slaapkamer staan.

Havo: ik kan 5 voorwerpen noemen in het Frans
die in een slaapkamer staan.

Vwo: Ik kan in het Frans zeggen in wat voor type huis ik woon en of mijn kamer groot of klein is.