2th Grammatica woordsoorten - extra oefenen

Grammatica woordsoorten

ww - lw - zn - bijv.nw - vz - pers vnw. - bez. vnw. - vr. vnw. - aanw. vnw.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten

ww - lw - zn - bijv.nw - vz - pers vnw. - bez. vnw. - vr. vnw. - aanw. vnw.

Slide 1 - Diapositive

Wat is een werkwoord en hoe kan je checken of het een werkwoord is?
Welke vormen in de zin kunnen ze hebben?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een lidwoord en welke soorten zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een zelfstandig naamwoord? Hoe vind je dit?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een bijvoeglijk naamwoord en hoe vind je dit?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een voorzetsel en hoe vind ik die in de zin?

Slide 6 - Question ouverte

Dit was een makkie, ik wist alles nog!
A
Ja!
B
Nou... niet echt. Ik moet nog even aan de bak
C
Nee, compleet weggezakt
D
Ik wist een paar, maar nu weet ik het wel!

Slide 7 - Quiz


Benoem de woorden in de zin (ww/lw/zn/bijv.nw/vz):
 
Mijn lieve moeder zette altijd een bosje bloemen in de vensterbank.

Slide 8 - Question ouverte

Benoem de woorden in de zin
Benoem de woordsoorten in de zin (ww/lw/zn/bijv.nw/vz):
 De natte regendruppels plakten tegen de glazen voorruit van mijn nieuwe auto.

Slide 9 - Question ouverte

Benoem de woorden in de zin
Benoem de woordsoorten in de zin (ww/lw/zn/bijv.nw/vz):
De lieve jongen gaat vaak naar zijn oude oma in het gezellige bejaardentehuis.

Slide 10 - Question ouverte

Benoem pers. vnw. en bez. vnw.

Heeft die gymleraar van jullie het basketbalteam van jullie klas samengesteld?

Slide 11 - Question ouverte

Benoem pers. vnw. en bez. vnw.

Als hij zijn boek toch weggooit, waarom geeft hij het dan niet aan jou?

Slide 12 - Question ouverte

Benoem pers. vnw. en bez. vnw.

We hopen dat je een goed cijfer krijgt voor je tekeningen.

Slide 13 - Question ouverte

Benoem pers. vnw. en bez. vnw.

Ik heb m'n nichtje gevraagd of ze d'r oude gitaar niet aan mij wil verkopen.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer aanw.vnw. en vr. vnw..

Wie zou er nog iets geven voor zulke oude barbiepoppen

Slide 15 - Question ouverte

Noteer aanw.vnw. en vr. vnw..

Ik moet iemand om hulp vragen, want dit kluisje kan ik niet alleen.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer aanw.vnw. en vr. vnw..

Weten jullie voor welke artiest iedereen hier in de rij staat?

Slide 17 - Question ouverte

Welke voorzetsel staan er in onderstaande zin?

Met de vlam in de pijp reed de truck van Henk Wijngaard de Brennerpas over.

Slide 18 - Question ouverte

Welke voorzetsel staan er in onderstaande zin?

Vanmorgen zijn we per trein naar een tentoonstelling in Utrecht gereisd.

Slide 19 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak de oefenopdrachten. Je oefent met alle woordsoorten die tot nu toe zijn behandeld. Dit is huiswerk voor morgen. 

Morgen tijdens de les lever je een foto van je huiswerk in via de LessonUp.

Slide 20 - Diapositive

Nu snap ik het al weer wat beter!
A
Ja, deze oefeningen hielpen goed
B
Nee, nog steeds niet eigenlijk. Wilt u extra uitleg geven?
C
Ja, iets beter. Ik kan weer verder.

Slide 21 - Quiz