week 48

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

week 48

                                                       Hoy es miércoles 27 de de noviembre

¡Hola!

Hoy en la clase

Qué vamos a hacer hoy:

• Lyrictraining (5min)
• Quizlet  (15min)
• Instructie (10 min)
•  (10 in)
• 5 min 

Aan het einde van de les kan ik: in het spaans klokkijken en het werkwoord gustar juist gebruiken

        Gustar = leuk vinden, lekker vinden, houden van

a mí                                     me        

a ti                                        te         

a él, ella, usted                  le

                                                                   gusta       cantar

a nosotros/as                     nos              gusta      la canción

a vosotros/as                      os                gustan    las canciones

a ellos, ellas, ustedes        les         

               =                               =

        facultatief              verplicht!

¿Qué pasa a las ocho menos diez?

1. Hij draait zich nog een keer om.
2. Hij ontbijt.
3. Hij staat op.
4. Hij gaat slapen

Hoe lang doet hij over zijn ontbijt?

1. 5 minuten
2. 10 minuten
3. 15 minuten
4. 20 minuten

Hoe laat komt hij aan op school?

1. A las ocho y cuarto.
2. A las ocho y veinte.
3. A las ocho y veinticinco.
4. A las ocho y media.

¿A qué hora vuelve a casa?

1. A la una.
2. A la una y media.
3. A las ocho.
4. A las ocho y media.

¿Cuánto tiempo duerme una siesta?

1. 5 minutos
2. 10 minutos
3. 15 minutos
4. media hora

¿A qué hora cena?

1. A las seis y media.
2. A las siete y media.
3. A las ocho y media.
4. A las nueve y media.

                                                        Hoy es miércoles 27 de de noviembre

¡Hola!

Hoy en la clase

Qué vamos a hacer hoy:

• Quizlet (20 min)
• Huiswerk controleren/bespreken (30 min)
•  Los verbos reflexivos
• Me gustas tú canción luisteren

Aan het einde van de les kan ik: gustar & de wederkerende werkwoorden juist vervoegen

Quizlet 

In stilte en individueel lijst la comida & la rutina diaria in Quizlet zetten.

20 minutos en silencio

Huiswerk nakijken:

- Ejercicio 27 y 28 en la página 30

- Ejercicio 29 y 30 en la página 31

- Ejercicio 31 y 32 en la página 32 

Profe Dele

- Maak opdracht 1, 2, 3 & 4 van de volgende link:

https://www.profedeele.es/actividad/comidas-bebidas-a1/ 

De wederkerende werkwoorden in het Spaans!

Wat weet jij al over wederkerende werkwoorden in het Spaans?

Wat zijn wederkerende werkwoorden?

Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden waarbij het onderwerp zichzelf de actie laat overkomen. Het is te herkennen aan het reflexief voornaamwoord dat voor het werkwoord staat, zoals 'me', 'te', 'se' enzovoort.

Geef voorbeelden van wederkerende werkwoorden en vraag de leerlingen om andere voorbeelden te bedenken.

Hoe worden wederkerende werkwoorden gebruikt?

Wederkerende werkwoorden worden gebruikt om acties uit te drukken die het onderwerp op zichzelf uitvoert. Bijvoorbeeld: 'Ik was me' betekent 'Yo me lavo' in het Spaans.

Toon enkele voorbeelden van zinnen met wederkerende werkwoorden en vraag de leerlingen om deze te vertalen.

Verbos reflexivos

Verbos reflexivos

Verbos reflexivos

1. nos levantamos

2.me ducho

3.os llamáis

4. se despierta

5.lávate / te lavas

6.me visto

7.se llama

8. se quedan

Samenvatting

Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden waarbij het onderwerp zichzelf de actie laat overkomen. Ze worden gebruikt om acties uit te drukken die het onderwerp op zichzelf uitvoert. Om wederkerende werkwoorden te identificeren, zoek je naar het reflexief voornaamwoord dat ervoor staat.

Vraag de leerlingen om hun begrip van wederkerende werkwoorden samen te vatten en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.

Maak de volgende opdrachten:

- Ejercicio 16, 17 & 18 op blz 24

- Ejercicio 19 y 20 op blz 25 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Quizlet 

In stilte en individueel lijst la comida in Quizlet zetten (blz 52).

15 minutos en silencio

Maken 

- Ejercicio 27 y 28 en la página 30

- Ejercicio 29 y 30 en la página 31

- Ejercicio 31 y 32 en la página 32 

- Klaar?: maak opdracht 1, 2, 3 & 4 van de volgende link:

https://www.profedeele.es/actividad/comidas-bebidas-a1/ 

¿Qué pasa a las ocho menos diez?

1. Hij draait zich nog een keer om.
2. Hij ontbijt.
3. Hij staat op.
4. Hij gaat slapen

Hoe lang doet hij over zijn ontbijt?

1. 5 minuten
2. 10 minuten
3. 15 minuten
4. 20 minuten

Hoe laat komt hij aan op school?

1. A las ocho y cuarto.
2. A las ocho y veinte.
3. A las ocho y veinticinco.
4. A las ocho y media.

¿A qué hora vuelve a casa?

1. A la una.
2. A la una y media.
3. A las ocho.
4. A las ocho y media.

¿Cuánto tiempo duerme una siesta?

1. 5 minutos
2. 10 minutos
3. 15 minutos
4. media hora

¿A qué hora cena?

1. A las seis y media.
2. A las siete y media.
3. A las ocho y media.
4. A las nueve y media.