Start klas 2 Nederlands

 Nederlands in klas 2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 Nederlands in klas 2

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Introductie Nederlands 2e jaar
  • Quiz Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Wie ben jij?


> je lievelingsboek OF game OF film OF serie


Slide 3 - Diapositive

Je favoriete tv programma,
film, serie, boek of game

Slide 4 - Carte mentale

Nederlands
  • 3 uur in de week 
  • Lesboek en schrift
  • laptop en lader
  • Huiswerk staat in SOM

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat wil je graag leren bij Nederlands?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 9 - Quiz

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 11 - Quiz

Hoeveel letters heeft het alfabet?

Slide 12 - Question ouverte

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 13 - Quiz

Wat is de naam van het lesboek wat je gaat gebruiken voor het vak Nederlands?
A
Nederland, o Nederland
B
Een nieuw begin
C
Op niveau
D
Nieuw Nederlands

Slide 14 - Quiz

Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam

Slide 15 - Quiz

Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.
A
Hoe
B
Hoogste versnelling
C
Beauty & de brains
D
Sexy als ik dans

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Wat is -fiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel

Slide 18 - Quiz

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!

Slide 19 - Quiz

Wat vind je het moeilijkste van Nederlands?

Slide 20 - Question ouverte

Aan de slag! 

Slide 21 - Diapositive

Maak een gedicht over de vakantie. 

Slide 22 - Diapositive

Hoe?
Je gedicht mag bestaan uit 5 regels. 
Probeer de laatste woorden in de zin op elkaar te laten rijmen.
Zoals bijvoorbeeld: 
Mijn lievelingskleur is groen
Deze vakantie heb ik niet veel kunnen doen

Slide 23 - Diapositive

Succes!

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag
Kies zelf hoe je je gedicht wilt maken. 
Op een blad of, via de iPad. 




Ben je klaar? Lever je gedicht in. Heb je hem op de iPad gemaakt?
Mail je gedicht dan naar: l.van.den.heuvel@yuverta.nl
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Dat was het alweer.
Tot de volgende les! 


Slide 26 - Diapositive