Start klas 1 Nederlands

Nederlands in klas 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederlands in klas 1

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Introductie Nederlands

* wie ben ik?
* wie ben jij?

Slide 2 - Diapositive

Stel een vraag aan je docent

Slide 3 - Question ouverte

Wie ben jij?
> je naam

> je leeftijd

> je lievelingsboek 
(game, film, netflixserie)


Slide 4 - Diapositive

Noem je voornaam, leeftijd,
favoriet tv programma/boek of game
bv: Olaf, 13, Minecraft

Slide 5 - Carte mentale

Nederlands

  • 3  uur in de week 
  • Ipad/schrift/etui altijd  bij je hebben
  • Leesboek in de tas (bieb)
  • (huis)werk staat in SOM
  • vragen? TEAMS

Slide 6 - Diapositive

Wat heb je nodig voor dit vak?

Slide 7 - Question ouverte

Nederlands


  • alles klaar? 
  • pet/jas, telefoon, spullen op tafel)
  • startopdracht
  • opdracht uit boek
  • afsluiting

Slide 8 - Diapositive

Wat wil je graag gaan
doen/leren bij Nederlands?

Slide 9 - Carte mentale

Wat moet je elke les bij je hebben?

Slide 10 - Question ouverte

Stel 1 vraag aan mij...,.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 13 - Quiz

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 15 - Quiz

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 16 - Quiz

Wat is de naam van het boek wat je gaat gebruiken in deze les?
A
Keigoed
B
Talent
C
Op niveau
D
Numo

Slide 17 - Quiz

Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam

Slide 18 - Quiz

Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.
A
Hoe
B
Hoogste versnelling
C
Beauty & de brains
D
Sexy als ik dans

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wat is de afkorting van jullie
docent LO ?
A
kued
B
ojaa
C
onee
D
haha

Slide 21 - Quiz

Welke zin staat in de tegenwoordige tijd?
A
Ik fietste naar huis.
B
Ik ging boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zat in groep 8.

Slide 22 - Quiz

Noem 1 ding wat de volgende les in je tas zit...

Slide 23 - Question ouverte

Heb je er zin in?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel letters heeft het alfabet?

Slide 26 - Question ouverte