Herhaling H1 Verdienen en Uitgeven (en 4 vragen H1/H2 J&O)
Herhaling Hoofdstuk 1
Lesbrief verdienen en uitgeven
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling Hoofdstuk 1
Lesbrief verdienen en uitgeven
Slide 1 - Diapositive
Bereken de toegevoegde waarde van tuiniersbedrijf STIP over 2019.
A
€ 299.000
B
€ 218.000
C
€ 48.000
D
€ 28.000
Slide 2 - Quiz
Bereken de winst in procenten van de toegevoegde waarde van tuiniersbedrijf STIP over 2019.
A
9,4%
B
12,8%
C
27,1%
D
37,2%
Slide 3 - Quiz
Het inkomen is gelijk aan de toegevoegde waarde.
A
Juist
B
Onjuist
C
Je hebt meer informatie nodig om te kunnen oordelen.
Slide 4 - Quiz
In China wordt een snelweg aangelegd, dwars door een woonwijk. De Chinese overheid investeert hierin € 3 miljard. De bewoners van de woonwijk vrezen dat de snelweg voor veel milieuoverlast zal leiden in de omgeving.
Met alleen deze informatie kun je zeggen dat de aanleg van de snelweg zal leiden tot een ...(1)... van het bbp en tot een ...(2)... van het groene bbp.
A
(1) stijging, (2) stijging
B
(1) daling, (2), daling
C
(1) daling, (2) stijging
D
(1) stijging, (2) daling
Slide 5 - Quiz
Het inkomen gemeten in geld noemen we ...
A
primaire inkomen
B
secundair inkomen
C
nominaal inkomen
D
reëel inkomen
Slide 6 - Quiz
Ook de overheid draagt bij aan de totstandkoming van het nationaal product.
De toegevoegde waarde van de overheid wordt gelijkgesteld aan ...
A
de som van de belastinginkomsten.
B
het totaal van de btw-ontvangsten.
C
de totale overheidsuitgaven.
D
de uitbetaalde ambtenarensalarissen.
Slide 7 - Quiz
'Door toename van de productie en sterke winststijging in de meeste sectoren, is de werkloosheid flink gedaald. Helaas is het aantal mensen met een WIA-uitkering gelijk gebleven. De CAO-lonen stegen gemiddeld met 5%, de uitkeringen bleven echter gelijk.'
In euro's is het totaal aan primaire inkomens ...(1)... en het totaal aan overdrachtsinkomens ...(2)...
A
(1) gestegen, (2) gedaald
B
(1) gestegen, (2) gelijk gebleven
C
(1) gedaald, (2) gestegen
D
(1) gedaald, (2) gelijk gebleven
Slide 8 - Quiz
De bedrijfskolom van bloemen bestaat uit de schakels: bloemenkwekers, veilingen en bloemenverkopers.
De omzet van de bloemenkwekers is € 1.070.000. Zij kopen aan grondstoffen en hulpstoffen in voor € 170.000. De omzet van de veilingen bedraagt € 1.580.000; aan hulpstoffen kopen zij voor € 130.000 in. De omzet van de bloemenverkopers is € 2.180.000; aan hulpstoffen kopen zij voor € 80.000 in.
De toegevoegde waarde van de veilingen is ....
A
€ 380.000
B
€ 510.000
C
€ 640.000
D
€ 1.450.000
Slide 9 - Quiz
De bedrijfskolom van bloemen bestaat uit de schakels: bloemenkwekers, veilingen en bloemenverkopers.
De omzet van de bloemenkwekers is € 1.070.000. Zij kopen aan grondstoffen en hulpstoffen in voor € 170.000. De omzet van de veilingen bedraagt € 1.580.000; aan hulpstoffen kopen zij voor € 130.000 in. De omzet van de bloemenverkopers is € 2.180.000; aan hulpstoffen kopen zij voor € 80.000 in.
De totale toegevoegde waarde van de gehele bedrijfskolom is. ...
A
€ 1.690.000
B
€ 1.800.000
C
€ 2.180.000
D
€ 2.650.000
Slide 10 - Quiz
Stel dat in land A de prijzen in 2021 4,2% hoger zijn dan in 2020. Het reëel nationaal inkomen van land A is in 2021 2,2 % hoger dan in 2020. Het nominaal nationaal inkomen in 2021 is ...
A
6,4% hoger dan in 2020.
B
2,0% hoger dan in 2020.
C
1,9% hoger dan in 2020.
D
2,0% lager dan in 2020.
Slide 11 - Quiz
Door deflatie stijgt de reële waarde van het geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Zwart werk verhoogt onze welvaart.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Het besteedbaar inkomen wordt ook wel het ... inkomen genoemd.
Slide 14 - Question ouverte
Economische ontwikkeling die niet de welvaart van de komende generaties aantast noemen we ...
Hoeveel procent is het bbp in 2021 reëel gestegen ten opzichte van 2020?
A
5%
B
2,5%
C
2%
D
1,5%
Slide 16 - Quiz
Wanneer er vanwege wantrouwen niet samengewerkt wordt, terwijl samenwerken wel tot het beste resultaat zal leiden. Er is dan sprake van een ...
Slide 17 - Question ouverte
Het maken van een bindende afspraak om alsnog tot samenwerken te komen, is een voorbeeld van ...
Slide 18 - Question ouverte
Uit de krant: (1) Uit onderzoek blijkt dat jongeren tussen 18 en 25 jaar steeds meer schulden hebben. (2) Vooral studenten steken zich meer in de schulden omdat ze geld moeten lenen voor hun studie.
Twee beweringen hierover. I. Alleen in zin (1) is sprake van ruilen over de tijd. II. Lenen voor een studie kan zich terug betalen. Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
Beide zijn goed
B
l is goed en ll is fout
C
l is fout en ll is goed
D
Beide zijn fout
Slide 19 - Quiz
Twee beweringen. I. De omzet is een voorraadgrootheid. II. Inkomen is een stroomgrootheid.