2ta, 2tb, 2tc Cursus Taal §7

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek alvast op blz. 98-99.
  • Log alvast in op LessonUp
    (de code staat  linksonder in beeld).
§7 Gebarentaal
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek alvast op blz. 98-99.
  • Log alvast in op LessonUp
    (de code staat  linksonder in beeld).
§7 Gebarentaal

Slide 1 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederlandse gebarentaal gebruikt wordt.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

In deze les gaan we:
  • De cursus Taal afmaken;
  • in gesprek over de begrippen (thematische) uitdrukkingen, gebarentaal, simultaan tolken , muziektolk;
  • vooruitblikken op de eindopdracht van de cursus Taal.

Slide 3 - Diapositive

  • Geen telefoons.
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Diapositive

Iedereen zou in ieder geval de basis van gebarentaal moeten leren.
Eens
Oneens

Slide 5 - Sondage

Gebarentaal moet een vak worden op de middelbare school.
Eens
Oneens

Slide 6 - Sondage

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) heeft een eigen grammatica.
Eens
Oneens

Slide 7 - Sondage

Slide 8 - Diapositive

Ieder land heeft een eigen standaard gebarentaal. Soms lijken gebarentalen op elkaar, soms totaal niet. 

  • De meeste gebaren worden gemaakt op
    hoofd- en borsthoogte.
  • Een gebaar in de buurt van het hart heeft maken met gevoel.
  • Een gebaar rondom het hoofd heeft vaak te maken met denken. 
Nederlandse Gebarentaal (NGT)

Slide 9 - Diapositive

Simultaan tolken houdt dat een tolk het verhaal met gebaren vertelt, terwijl iemand spreekt.

  • Dit zie je heel aak op persconferenties op televisie.
Simultaan tolken

Slide 10 - Diapositive

Kijkvragen
1. Welke twee onderdelen van het lichaam gebruik je om gebarentaal te spreken?

 2. Waarom is gebarentaal ooit verboden?

 3. Wat doe je als je ruzie maakt in gebarentaal?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat?
Cursus 7, paragraaf 7: Gebarentaal.
Opdracht 1 en 2 (blz. 98-99).
Hoe?
In tweetallen, fluisterend overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten.
Klaar?
Leer paragraaf 6: Thematische uitdrukkingen
of neem de vragen van opdracht 3 alvast door.
Opdracht 1 en 2 (in tweetallen)
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Wat?
Cursus 7, paragraaf 7: Gebarentaal.
Opdracht 3 (blz. 98-99).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
n.v.t.
Klaar?
Maak puzzel 10 (blz. 259) of lees de begrippen of leer
paragraaf 6.
Opdracht 3 (samen)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Woensdag 27-9 en donderdag 28-9
  • Eindopdracht cursus 4: Taal.
  • Je kunt op deze opdracht een O, V of G halen.
  • Neem paragraaf 6: Uitdrukkingen goed door.
  • Kijk in Magister wat je allemaal bij je moet hebben.

Slide 16 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2ta: qjffs
u2tb: sgmrx
u2tc: dqymz

Slide 17 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederlandse gebarentaal gebruikt wordt.
Lesdoelen

Slide 18 - Diapositive

Wat is letterlijk taalgebruik?
Beschrijf het in je eigen woorden.

Slide 19 - Carte mentale

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Beschrijf het in je eigen woorden.

Slide 20 - Carte mentale

Waarom gebruiken we nog steeds (thematische) uitdrukkingen? Leg uit je in je eigen woorden.

Slide 21 - Question ouverte

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 22 - Diapositive