Taal §7 gebarentaal

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Blz. 98-99 in je boek!

SPULLEN OP TAFEL EN TAS TEGEN DE MUUR
§7 Gebarentaal
timer
5:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Blz. 98-99 in je boek!

SPULLEN OP TAFEL EN TAS TEGEN DE MUUR
§7 Gebarentaal
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederlandse gebarentaal gebruikt wordt.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

In deze les gaan we:
  • nakijken opdracht 1 blz. 98 gebarentaal
  • vooruitblikken op de toets van vrijdag
  • werken aan de opdracht voor de schoolkrant

Slide 3 - Diapositive

Wat is letterlijk taalgebruik?
Beschrijf het in je eigen woorden.

Slide 4 - Carte mentale

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Beschrijf het in je eigen woorden.

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Lien

Iedereen zou in ieder geval de basis van gebarentaal moeten leren.
Eens
Oneens

Slide 7 - Sondage

Gebarentaal moet een vak worden op de middelbare school.
Eens
Oneens

Slide 8 - Sondage

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) heeft een eigen grammatica.
Waar
Niet waar

Slide 9 - Sondage

Slide 10 - Diapositive

Ieder land heeft een eigen standaard gebarentaal. Soms lijken gebarentalen op elkaar, soms totaal niet. 

  • De meeste gebaren worden gemaakt op
    hoofd- en borsthoogte.
  • Een gebaar in de buurt van het hart heeft maken met gevoel.
  • Een gebaar rondom het hoofd heeft vaak te maken met denken. 
Nederlandse Gebarentaal (NGT)

Slide 11 - Diapositive

Simultaan tolken houdt dat een tolk het verhaal met gebaren vertelt, terwijl iemand spreekt.

  • Dit zie je heel aak op persconferenties op televisie.
Simultaan tolken

Slide 12 - Diapositive

Kijkvragen
1. Welke twee onderdelen van het lichaam gebruik je om gebarentaal te spreken?

 2. Waarom is gebarentaal ooit verboden?

 3. Wat doe je als je ruzie maakt in gebarentaal?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 7: Gebarentaal.
Opdracht 3 en 4 (blz. 99).
Hoe?
In tweetallen, fluisterend overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten.
Klaar?
Maak opdracht 1 alvast. Dit is huiswerk
Opdracht 1 en 2 (in tweetallen)
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

De toets inplannen: Vrijdag 21 maart
  • Werken aan de schoolkrant.

Slide 16 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat Nederlandse gebarentaal is.
  • Je kunt uitleggen hoe Nederlandse gebarentaal gebruikt wordt.
Lesdoelen

Slide 17 - Diapositive

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 18 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2tc: ncejj

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk bespreken:
Opdracht 2 
op 
blz. 97.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive