Ontwikkelingspsychologie les 8

• Ontwikkelingspsychologie
• MBO
• Studiejaar 2

Ontwikkelingspsychologie

Methodisch begeleiden: problemen, stoornissen, passend onderwijs, sociale kaart, etc.

Inhoud

1. Vorige keer

2. OA thema 2.5 

• 2.5 Verdieping: Ambulante begeleiding 

3. Toets 

4. Termenschema

Vorige keer

• Groepsplan
• Handelingsplan
• Ontwikkelingsperspectiefplan
• Schoolplan
• Wet Bescherming Persoonsgegevens 

2.5 Ambulante begeleiding

Ambulant begeleider

• Begeleider, ingehuurd door school, om kind te begeleiden.
  
• Speciale expertise.
  
• Leerlingen met een LGF (leerling gebonden financiering) heeft recht op een ambulante begeleider
  

LGF krijgt een leerling die anders in het speciaal onderwijs had gezeten maar nu in het basisonderwijs door ‘de wet op passend onderwijs’.

Oefentoets thema 9 en 2

Wat is het verschil tussen een leerstoornis en een leerprobleem?

1. Een leerstoornis is vaak tijdelijk en een leerprobleem voor altijd
2. Een leerstoornis en leerprobleem zijn beide tijdelijk, alleen is een leerstoornis moeilijker op te lossen
3. Een leerstoornis is voor altijd en een leerprobleem is tijdelijk

Waar ligt meestal de oorzaak bij een leerprobleem?

1. Binnen school
2. Bij het kind zelf
3. Buiten het kind
4. aanleg van familie

Wat is externaliserend probleemgedrag?

1. Storend voor de omgeving
2. Storend voor jezelf
3. Het is een motorische onderontwikkeling
4. Het is een sociale onderontwikkeling

Welk antwoord past het best bij internaliserend probleemgedrag?

1. Faalangst
2. Agressie
3. Pestgedrag
4. Ongehoorzaamheid

Wanneer is er sprake van een gedragsprobleem op school?

1. Ongewenst gedrag dat soms vertoond wordt
2. Ongewenst gedrag dat voor een lange tijd niet voorkomt
3. Ongewenste gedrag dat voor een lange tijd voorkomt

Wat is een voorbeeld van opvoedingsproblemen?

1. regelmatig spijbelen
2. per ongeluk te laat komen
3. een eenmalige ruzie op het schoolplein

Waarom vallen opvoedingsproblemen tegenwoordig eerder op?

1. Omdat de gezinnen kleiner zijn en de opvoeding meer open.
2. Omdat de ouders niet meer weten hoe ze met hun kinderen om moeten gaan.
3. Omdat de gezinnen kleiner zijn en de ouders strenger.
4. Omdat kinderen vaker achter een schermpje zitten en minder vaak buiten spelen.

Wat is het verschil tussen nature en nurture?

1. Nature is aangeboren gedrag en nurture is aangeleerd gedrag.
2. Nature en nurture is allebei aangeleerd gedrag.
3. Nurture is aangeboren gedrag en nature is aangeleerd gedrag.
4. Nurture en nature is allebei aangeboren gedrag.

Welke maatschappelijke veranderingen kan invloed hebben op de kinderen?

1. Steeds meer vrouwen blijven thuis
2. Er verandert helemaal niets
3. Er zijn steeds meer scheidingen

Wat is de psychoanalyse? Welk antwoord beschrijft dit het beste?

1. De psychoanalyse is alles wat te maken heeft met de bewuste en onbewuste krachten van een kind volgens Sigmund Freud.
2. De psychoanalyse is 'bedacht' door Sigmund Freud, de psychoanalyse gaat er volgens hem vanuit dat een kind geboren wordt met onbewuste innerlijke krachten, daarnaast zijn er 5 verschillende ontwikkelingsfasen.
3. De psychoanalyse heeft te maken met de hersenen van een kind en hoe kinderen denken in 5 verschillende ontwikkelingsfasen.
4. De psychoanalyse heeft 5 verschillende ontwikkelingsfasen, alle ontwikkelingsfasen zijn verbonden met het hoofd/de hersenen van het lichaam.

Wie is de belangrijkste vertegenwoordiger van de psychoanalyse?

1. Victor Veenis
2. Sigmund Freud
3. Brechtsje Vellenga
4. Danny de Wit

Waar gaat de leertheorie van uit?

1. Dat al het gedrag is aangeleerd.
2. Dat de helft van het gedrag is aangeleerd.
3. Dat je niks hoeft aan te leren.
4. Dat je alles leert door te lezen.

Wat is waar over operante conditionering?

1. Belonen, gedrag komt vaker voor
2. Straffen, kinderen gaan nog beter hun best doen
3. Met gevolgen van gedrag hoef je niks te doen

Volgens het interactie model kun je...

1. Het kind met probleemgedrag laten praten met klasgenoten om het probleemgedrag te verminderen.
2. Probleemgedrag verklaren en oplossen door te kijken naar de relatie tussen kind en volwassene.
3. Probleemgedrag voorkomen door er met een volwassene over te praten.

Wat is het interactiemodel?

1. Het interactiemodel gaat ervan uit dat gedrag het gevolg is van interactie tussen de persoon en zijn omgeving.
2. Het interactiemodel houdt zich bezig met de negatieve interactie tussen de persoon en zijn omgeving.
3. Het interactiemodel houdt zich bezig met de positieve interactie tussen de persoon en zijn omgeving.
4. Gedragsproblemen hebben niks te maken met het interactiemodel.

Wat is het microniveau?

1. het kind en de dagelijkse, directe omgeving waarin het leeft
2. de relatie tussen de microsystemen, waarmee het kind te maken heeft
3. het kind ontwikkelt zich in de tijd. het gaat over normale gebeurtenissen in de ontwikkeling van een kind

Een ontwikkelingsperspectiefplan is niet geschikt voor leerlingen die regulier onderwijs volgen

1. Waar
2. Niet waar

Een didactisch groepsplan is een plan waarin staat beschreven welk pedagogisch klimaat bevorderend werkt bij de leerlingen.

1. Waar
2. Niet waar

Een instructieonafhankelijke leerling is een leerling die...

1. een verlengde instructie nodig heeft
2. een verkorte instructie nodig heeft
3. een basisinstructie nodig heeft

Wat is het doel van een handelingsplan?

1. Het geven van aandacht aan obstakels die ervoor zorgen dat een leerling moeilijk leert
2. Het clusteren van leerlingen die hetzelfde probleem hebben en dat probleem aanpakken
3. Het verdelen van de tijd die een leerkracht aan verschillende leerlingen kan besteden

Wat is een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)?

1. Een plan waarin staat hoe vooral de sterke punten van een leerling ontwikkeld kunnen worden
2. Een plan waarin staat hoe men denkt dat de leerling zich zal ontwikkelen
3. Een plan voor de hele groep waarin staat beschreven hoe er specifiek aan vakinhoudelijke leerdoelen kan worden gewerkt.

In de theorie zijn verschillende plannen beschreven, namelijk het groepsplan, het handelingsplan, het ontwikkelingsperspectiefplan en het schoolplan. Welke tekst komt uit een handelingsplan?

1. In het komende schooljaar wordt een onderzoek gestart naar een vervangende methode wereldoriëntatie. In het jaar erna wordt de gekozen methode aangeschaft.
2. De leerling is dyslectisch en heeft daarom moeite met lezen en spellen. Wel heeft de leerling een enorm doorzettingsvermogen en wil hij goed leren lezen.
3. De leerling zal waarschijnlijk uitstromen naar een vmbo tl/havo brugklas. Zijn toets scores komen overeen met leerlingen die ook naar vmbo tl/havo zijn gegaan.
4. De leerlingen gaan vlak voor de pauze hun eten en drinken pakken en dan leest de leerkracht even voor. Pas als de bel voor de pauze gaat mogen de leerlingen naar buiten.

Het volgend schooljaar gaat onze school werken met een nieuwe methode voor de zaakvakken. Op deze manier hopen we beter aan te sluiten bij de visie van de school. ' Deze tekst komt uit':

1. Een schoolplan
2. Een didactisch groepsplan
3. Een handelingsplan
4. Een ontwikkelings- perspectiefplan

Termenschema

Vragen voor de toets??

Heel veel succes!