P3 - week 5 - Formatieve toets en schrijfopdracht 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

- Welkom!

- Formatieve toets

- Schrijfopdracht 5 -tijd om te schrijven

Doel:

- Je weet wat je kunt aanpassen om jouw tekst nog beter te maken

- Je kunt aan de slag met de vijfde schrijfopdracht

- Je kunt een zin in zindelen verdelen en de delen benoemen. 

Wat gaan we doen vandaag:

Formatieve toets     (online)

1.  Grammatica zinsdelen:

- Lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en bijvoeglijke bepaling.

2. Werkwoordspelling

3. Aaneenschrijven

4. H45 - spellingschecker (termen kennen)

(2 en 3 te vinden in de syllabus op teams)

Stillezen

Zorg dat je na de vakantie een boek uitgelezen hebt. 

In teams staat een link naar de formatieve toets.

Je maakt de toets voor jezelf, je hebt één tabblad open staan. 

Als je klaar bent, ga je met de schrijfopdracht aan de slag of ga je lezen. 

Formatieve toets

Directe rede:

1. Toen zei ze tegen me: ‘Ik wil je nooit meer zien.’ 
    
2. ‘Zal ik je naar huis brengen?’, vroeg hij verlegen. 
3. ‘Ik ga liever met de trein’, zei Maria.
    
4. ‘Ik wist’, benadrukte hij, ‘dat we je er geen plezier mee zouden doen.’

Titels van boeken en films etc.:

Ik keek naar 'Harry Potter en de gevangene van Azkaban', dit is mijn favoriete film.

Ik keek naar Harry Potter en de gevangene van Azkaban, dit is mijn favoriete film.

Regels aanhalingstekens

De  opdracht voer je in stappen uit.

In het bestand dat je inlevert moeten alle stappen heel duidelijk zichtbaar zijn. Dus start aan het begin en eindig aan het einde. 

Kijk in teams voor de volgorde van stappen.

voor stap 7 krijg je een beoordeling, maar de rest moet wel aanwezig zijn. 

Opdracht 5:

Open een nieuw bestand (op dezelfde plek waar je altijd je opdracht schrijft)

Geef het nu direct een naam, waardoor je het weer terug kunt vinden. 

Opdracht 5:  Stap 1

Stel: Je bent binnenkort jarig. Er komt een toverfee (of tovenaar) langs en die vraagt je naar je allerliefste verjaardagswens. Je mag kiezen wat je wilt. Wat wens je? Wat staat er bovenaan je verlanglijstje?​

Zet dat wat je het liefst wenst achter de dubbele punt in de titel: ​

“Opdracht 5 – Mijn grote wens: …………. “​

Let op: voor deze opdracht mag je niet iets wensen als ‘een berg geld’, ‘gezondheid’, ‘een leuke zus’, …. ​

Het moet werkelijk te koop zijn. Een reis (is te koop) mag dus wel. Een baan als vakkenvuller dus niet. 

Opdracht 5:  Stap 2 - ik wens...

Maak nu een zo neutraal mogelijke, uitgebreide, feitelijke beschrijving van het voorwerp/je cadeau, waarbij je de volgende stappen doorloopt:​

Uiterlijk: hoe ziet het eruit?​

Geluid: wat hoor je?​

Geur/smaak: wat ruik je? wat proef je? ​

Tast: hoe voelt het aan?

Opdracht 5:  Stap 3 - feitelijke beschrijving

Voorbeeld uiterlijk: Deze Porsche is tomaatrood en glimt. Hij heeft twee uitlaten. De sportstoelen zijn van leer. De km-teller staat op 2. Het is een automaat. De motor glimt en ligt brommend achterin de auto. (…)

Sla je bestand op. Kopieer alle tekst die je tot nu toe hebt getypt en zet dit eronder. Je krijgt nu dus twee keer dezelfde tekst in je document. Je gaat in de tweede tekst verder werken.​

Je doet nu alsof je de producent, de fabriek, de zender bent van een reclameboodschap voor dit product. Jouw doel is dat je dit ding/deze dienst wilt verkopen. ​

Verander je neutrale beschrijving nu in een wervende tekst en beschrijf het product zo aantrekkelijk mogelijk. Je past dus het tweede tekstje in je document aan.​

​

Varieer hierbij ook zoveel mogelijk in stijl (afwisseling korte en lange zinnen, af en toe een ultrakorte zin (ellips), afwisseling in type zinnen: mededelende zin, vraagzin, gebiedende wijs, uitroep). ​

​

Opdracht 5:  Stap 4 - verkooppraatje

Sla een paar regels over en typ een nieuwe tekst. (De rest blijft er dus boven staan.)​

Beschrijf nu het gemis dat je zelf ervaart, omdat je dit voorwerp nog niet in je bezit hebt/deze dienst nog niet hebt ervaren. 

Hoe ziet je leven eruit zonder dit voorwerp/deze dienst? 

Wat beleef je daarbij? 

Wat mis je? 

Hoe voelt dit gemis?

​

Opdracht 5:  Stap 5 - Hoe kan ik zonder?!

Sla weer een paar regels over en typ een nieuwe tekst. 

​

Hoera, je hebt het voorwerp gekregen/je kunt van de dienst gebruikmaken! ​

Beschrijf wat je ervaart nu het je het wel hebt:

- Wat kun je nu allemaal? 

- Wat brengt dit voorwerp je? 

- Wat levert het je op? 

- Welk gevoel krijg je daarbij? ​

Welke diepere wens (koopmotief) is nu in vervulling gegaan?

​

Opdracht 5:  Stap 6 - Ik heb het!

Kopieer nu je tweede tekst (die van de fabrikant, verkoper), en zet deze onderaan je pagina. ​

Pas deze laatste tekst aan op basis van wat je hebt opgeschreven over het gemis, en het hebben/krijgen van het product en de dienst. Een tekst moet emotie bevatten en inspelen op wat de de gebruiker ervaart zonder en/of met dit product. ​

Dit wordt je eindtekst voor de verkoper.

Nu nog de puntjes op de ‘i’: bedenk een pakkende kopregel (eventueel met subkop) die jij zou gebruiken als jij voor dit product een advertentie zou moeten maken. ​

Sla je bestand op en deel het met de docent, op de gebruikelijke wijze. ​

​

​

Opdracht 5:  Stap 7 - je advertentietekst

Alle zeven stappen moeten in je bestand zichtbaar zijn. 

Correct Nederlands

Lever het op tijd - vrijdag 24 feb voor 23.59 -  in!

Opdracht 5:  Eisen

- Waar zet je punten, komma's, vraagtekens en dus ook hoofdletters?

- Kijk naar de twee teksten op het werkblad. Hier zijn alle leestekens uitgehaald. 

- Zet terug op de juiste plek in de tekst. 

Leestekens oefenen

Pak de syllabus spelling

Maak de volgende oefeningen:

- Blz. 26: oefening 3 (Engelse werkwoorden)

- Blz. 33: oefening 22A

- Blz. 34: oefening 23A, B en C

Je schrijft de antwoorden in je schrift. 

Oefenen werkwoordspelling