week 42-43 les 2

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive








Chapitre 1

Slide 2 - Diapositive

Les devoirs
Faire: Introduction: ex 1 a/b+, 2a, 3 + Bloc A ex 4, 5abc, 6abc
Apprendre: vocabulaire A WB p48 (luister naar de woorden online + oefen met schrijven en slim stampen)
In de les: introduction bespreken

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen (buts)
Vocabulaire A:
je kunt de woorden uit voc A vertalen in het F-N / N-F
Introduction:
Je kunt de aflevering 1 van 'Action France' begrijpen 
Bloc B:
je kunt een tekst over selfies begrijpen
je kunt app taal begrijpen
Bloc D (deel 1):
Je kunt het bijvnw gebruiken in het Frans


Slide 4 - Diapositive

Vocabulaire A
Ferme ton livre!

Slide 5 - Diapositive

le message
A
de app
B
het bericht
C
de massage
D
de meester

Slide 6 - Quiz

j'y vais
A
ik wil graag
B
ik doe graag
C
ik ga weg
D
ik pak het

Slide 7 - Quiz

j'ai vu
A
ik heb gepakt
B
ik heb gezien
C
ik heb gekeken
D
ik heb gedaan

Slide 8 - Quiz

penser

Slide 9 - Question ouverte

werken

Slide 10 - Question ouverte

welkom
A
bonjour
B
heureux
C
coucou
D
bienvenue

Slide 11 - Quiz

a plus
A
tot ziens
B
tot morgen
C
tot later
D
tot ooit

Slide 12 - Quiz

de gsm
A
le portable
B
la portable

Slide 13 - Quiz

welk woord hoort er niet bij?
dire - drôle - attendre - penser
A
dire
B
drôle
C
attendre
D
penser

Slide 14 - Quiz

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Introduction
Introduction (samen bespreken)
1 a/b+ 2a



Slide 16 - Diapositive

Bloc D
Deel 1:
Grammaire 
Het bijvoeglijk naamwoord
L'adjectif

Slide 17 - Diapositive

  Het bijvoeglijk naamwoord
Een BN zegt iets over een zelfstandig naamwoord (personen, dieren, dingen).
Vorm: 



Plaats: NL: BN voor zelfstandig naamwoord
         FR: BN meestal achter zelfstandig naamwoord
MNL
VRL
ENV
    -
    e
MV
    s
   es

Slide 18 - Diapositive

   Het bijvoeglijk naamwoord
Bijzondere vrouwelijke vormen

 -eux
Als het BN eindigt op -eux, eindigt de vrouwelijke vorm op -euse.
B.v.: heureux = heureuse 
 -if
Als het BN eindigt op -if, eindigt de vrouwelijke vorm op -ive.
B.v: sportif = sportive/ intensif = intensive

Slide 19 - Diapositive

   Het bijvoeglijk naamwoord
Bijzondere mannelijk meervoud

 -ien
Als het BN eindigt op -ien, eindigt de vrouwelijke vorm op -ienne.
Bijv: canadien = canadienne

Slide 20 - Diapositive

le test!
Heb je goed opgelet?

On va pratiquer...


Slide 21 - Diapositive

Wat betekent het woord:" adjectif " in het Nederlands?

A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijwoord

Slide 22 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk enkelvoud
A
e
B
s
C
-
D
es

Slide 23 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk meervoud
A
s
B
niks
C
e
D
es

Slide 24 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk enkelvoud
A
s
B
e
C
es
D
niks

Slide 25 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk meervoud
A
s
B
se
C
-
D
es

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les voitures (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (italiaans)
A
italien
B
italienne
C
italiens
D
italiennes

Slide 28 - Quiz

Choisis la bonne réponse !
Les filles sont
A
sérieux
B
sérieuses
C
sérieuxes
D
sérieuxes

Slide 29 - Quiz

Caroline est .... (sportief).

Slide 30 - Question ouverte

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 31 - Question de remorquage

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Au travail!
1. corriger les devoirs: introduction + Bloc A
2. Faire: Bloc B: ex 8, 9abc, 10abc, 11a 
Bloc D: 15a, 15b: zelf lezen en doornemen, 15cd

Ben je klaar? ga je leren!
Apprendre: herhaal voc A + nieuw: voc B

Slide 33 - Diapositive

Écris 1 mot du cours

Slide 34 - Carte mentale

Les devoirs
Faire: 
Bloc B: ex 8, 9abc, 10abc, 11a + Bloc D: 15a, lezen en doornemen 15b, 15cd

Apprendre: herhaal voc A + nieuw: voc B, Phrases clés C

Slide 35 - Diapositive