m2 unité 1 App 7 mon sport et moi

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

mon sport et moi

unité 1 voor mavo 2

echt

1. quoi
2. rendez-vous
3. vraiment
4. je veux bien

het is mijn ding

1. c'est mon truc
2. c'est ton truc
3. c'est son truc
4. c'est notre truc

oke! =

c'est =

1. hij is
2. het is
3. dat is
4. ze is

wanneer wordt dit gezegd:
'c'est qui à l'appareil?

ik hou van Netflix kijken

1. je préfère regarder Netflix
2. j'aime regarder Netflix

ik hou van voetballen=

voetbal is echt mijn ding

1. le foot est mon truc
2. le foot est vraiment mon truc

ik hou van shoppen=

ça t'intéresse?

1. interesseert hij je?
2. interesseert het hem?
3. interesseert het je?
4. vind je het leuk?

we spreken af om 10.30 uur

1. rendez-vous à dix heures et demie
2. rendez-vous à onze heures et demie

het is mijn hobby (passie)! =

à quatre heures = om vier uur

1. vrai
2. faux