Kijken en luisteren LUI2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

00:33

Waarmee onderbouwt Arjan Lubach zijn inleiding. Gebruik in je antwoord de inhoud van de les van vorige week.

01:09

Arjan noemt twee beroepen waarin deze leerlingen straks gaan werken. Welke signaalwoorden gebruikt hij daarbij?

01:19

Noem twee gevolgen uit het fragment van het niet of slecht kunnen lezen?

01:27

Welke drogreden gebruikt Arjan hier.

1. generalisatie
2. beroep op autoriteit
3. circelredenatie
4. bespelen van het publiek

02:04

Wat is de functie van het voorbeeld over de schrijver 'Kluun'

1. shockeren van het publiek
2. voorbeeld geven
3. oorzaak-gevolg aangeven
4. amuseren van het publiek

03:50

Wat is de kleur van de kleding van het onderwerp dat Arjan aankaart?

04:59

Arjan laat een boek zien en vervolgens een filmpje. Van welke onderbouwing maakt hij hier gebruik?

1. oorzaak-gevolg
2. voorbeelden
3. kenmerken
4. voor- en nadelen

05:13

Van welke drogreden maakt Arjan hier gebruik?

1. autoriteit
2. generalisatie
3. circelredenatie
4. bespelen van publiek

05:28

Begrijpend lezen

06:02

meningen en argumenten

een mening wordt onderbouwd door één of meer argumenten. Deze argumenten kunnen een aantal gezamenlijke kenmerken hebben. 

07:30

Zorg voor een correcte zin.
'Wie meer leest, ook beter wordt ook beter in taal

09:03

Arjan vergelijkt hier de initiatieven om tot lezen te komen met de voedselbank. Hoe noem je onderbouwing?

1. voorbeeld
2. oorzaak-gevolg
3. overeenkomst
4. voor- en nadeel

09:44

Geef een zo kort mogelijke definitie van een signaalwoord.

10:40

Van welke drogreden is hier sprake?

1. beroep op autoriteit
2. verkeerde vergelijking
3. generalisatie
4. bespelen van het publiek

11:48

Wat betekent proportioneel niet?

1. gelijkmatig
2. evenredig
3. naar verhouding
4. buitensporig

13:42

Hoe krijg ik jullie aan het lezen?