Gevaarlijke stoffen hfs 7

gevaarlijke stoffen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

gevaarlijke stoffen

Slide 1 - Diapositive

Hoe kan een gevaarlijke stof in je lichaam komen?
A
Via je huid
B
Via een collega
C
Via een toiletbezoek
D
Via de grond

Slide 2 - Quiz

Een gas of damp kan gevaarlijk zijn als het mengt met lucht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Vooral vaste stoffen dringen gemakkelijk via de huid naar binnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Door met vieze handen te eten, kun je gevaarlijke stoffen binnenkrijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Als een wondje genezen is, kunnen gevaarlijke stoffen direct in je bloed komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je zinnen die aangeven wat je moet doen om veilig met een gevaarlijke stof om te gaan.
A
V-zinnen
B
H-zinnen
C
P-zinnen
D
X-zinnen

Slide 7 - Quiz

Een H-zin geeft aan wat het gevaar van een stof is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

H staat bij een H-zin voor 'hazard'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een P-zin geeft aan wat het gevaar van een stof is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

P staat bij een P-zin voor 'prikkelend'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke van de onderstaande producten is geen gevaarlijke stof.
A
Wasmiddel
B
Bier
C
Sinaasappelsap
D
Benzine

Slide 12 - Quiz

Van verf kun je hoofdpijn krijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Je kunt doodgaan door koolmonoxide.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Van werken met lood word je direct ziek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Waarvan kun je koolmonoxidevergiftiging krijgen?
A
Schilderen
B
Houtskool
C
Zware metalen
D
Een verwarmingsketel

Slide 16 - Quiz

H zin
De H staat voor Hazard. Dat betekent gevaar

Slide 17 - Diapositive

P Zin
De p staat voor precaution en betekent voorzorgsmaatregel.

Slide 18 - Diapositive

gevarendiamant
  • Rood= brandgevaar
  • Blauw = gevaar voor gezondheid
  • Geel= reageren met andere middelen
  • Wit= specifiek gevaar 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo