6.D present perfect vs past simple

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Today
- Grammar: present perfect vs past simple
 - Let's practice 
- Homework

Slide 2 - Diapositive

What did you enjoy most about your holiday?

Slide 3 - Question ouverte

present perfect vs past simple
take notes!

Slide 4 - Diapositive

Past Simple vs Present Perfect

Slide 5 - Diapositive

present perfect: gebruik en vorm
- Gebruik:
   - verleden begonnen, nu nog bezig

   - verleden gebeurd, nu nog merkbaar
 
- Vorm:
    - have / has + voltooid deelwoord
       - regelmatige werkwoorden + ed
       - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje




Slide 6 - Diapositive

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vul de present perfect in:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 10 - Question ouverte

your brother / ever / write / a blog?

Slide 11 - Question ouverte

past simple: bevestigen
- Gebruik:
   - verleden
> helemaal voorbij
   - je weet wanneer het gebeurde
   - het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje




Slide 12 - Diapositive

past simple: vragen en ontkennen

- Vorm:

    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord



Vragen:
Ontkennen:

Slide 13 - Diapositive

Past Simple vs Present Perfect

Slide 14 - Diapositive



past simple:
- voorbij
- je weet wanneer

- w.w. + ed
- 2e rijtje
 ? = did + w.w.
 - = didn't + w.w.


present perfect:
- nog bezig / merkbaar
- onbekend wanneer
- FYNE JAS
- have/has + w.w. + ed
- have/has + 3e rijtje
- he/she/it = has
- I/you/we/they = have
past simple vs. present perfect

Slide 15 - Diapositive

I don’t know Carol’s husband. I ………………………………….(never/ meet ) him.
A
have never met
B
never meet
C
never met
D
has never met

Slide 16 - Quiz

A: And how long ……………………………………(you /live) in Chicago? B: Two years.

A
did you live
B
did you lived
C
have you lived
D
has you lived

Slide 17 - Quiz

I _____ that movie last year. (see)

Slide 18 - Question ouverte

She _____ the drums for 5 years. (play)

Slide 19 - Question ouverte

In May she _______ me to go to the cinema with her. (ask)

Slide 20 - Question ouverte

Vragen? Vul deze dan nu in. Heb je GEEN vragen, vul dan NIETS in.

Slide 21 - Question ouverte

Let's practise
Student's book: p. 66 exercise 4, 5 & 6

Slide 22 - Diapositive

Homework
Workbook: p.67 exercise 1 & 2.

Slide 23 - Diapositive