2. STEX B1/B2 Schrijfopdracht met rubric B1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1,2

Welkom!

Met wie heb jij nog een appeltje te schillen?

1. Zoek op: Wat betekent deze uitdrukking? 
2. Geef het antwoord aan elkaar + argument
3. Gezamenlijk in de klas bespreken

1. Hoe gaat het vandaag met jou?

Hoe voel je je? Weet je daar een B1 woord voor?

Lesprogramma vandaag:

1. Uitdrukking van de week
2. Terugblik 
3. 'Typisch Nederlands'  vs. Typisch [jouw land] schrijfopdracht
4. Pauze
5. Workshop Inversie - zelfstandig werken bij Charlotte
6. Afsluiten + vooruitblik

Lesdoelen:

Na deze les:

• heb ik mijn lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid verbeterd,
  
• Weet ik waar een korte schrijftekst op wordt beoordeeld
• weet ik wat ik voor de volgende les thuis moet doen.

2. Terugblik

Wat hebben we de vorige les behandeld?

• Uitdrukking van de week
• Analyse vragenformulier
• Leestekst 'Typisch Nederlands'
• Zelfstandig werken/ workshop ?
• Het werkwoord zouden

3a. Typisch Nederlands

Huiswerk: 

Schrijf over verschil(len) tussen de Nederlandse cultuur en de jouwe. 

Wat is typisch voor jouw cultuur?

150-200 woorden

Heb je een tekst geschreven?

3b. Rubric schrijven B1

1. Begrijp je de rubric?
2. Welke vragen heb je?

3c. Jouw tekst - punten

Hoeveel punten 

geef jij jezelf?

(buurman/ buurvrouw?)

5. Volg je de workshop bij Tonia  of ga je zelfstandig werken bij Charlotten

Nut: 

• Vraag eerst de studenten of ze een idee hebben wat het nut is
• Soms wil je alleen weten of  je aan de achterkant van het pand je vracht  kunt lossen? 

Vragen om duidelijkheid te krijgen

Pauze

Pauze 

3a. Leestekst 'Typisch Nederlands'

Begrijp je de gehele tekst nu?

3. Schrijfopdracht: Schrijf 150 -200  woorden over hoe de Nederlandse gewoonten verschillen met die van jouw land. 

Deadline: volgende les

Nut: 

• Vraag eerst de studenten of ze een idee hebben wat het nut is
• Soms wil je alleen weten of  je aan de achterkant van het pand je vracht  kunt lossen? 

Vragen om duidelijkheid te krijgen

5. Zelfstandig werken

Het doel van deze vragen = school en docent leren  wat jullie belangrijk vinden en maken de opleiding/ lessen beter

Ruil je werkblad met een ander duo

Controleer de antwoorden

Lesdoelen:

Na deze les:

• Begrijp ik een leestekst
• heb ik mijn lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid verbeterd,
  
• ken ik de structuur van de lessen,
• weet ik wat ik voor de volgende les thuis moet doen.

3. Heb je de lesdoelen bereikt?

Hoe heb je dat gedaan?

(Post-it)

7. Sluiting en vooruitblik:

Volgende week? 

Uitleg over?

Heb je jezelf een huiswerk doel gesteld?

4. Reserve activiteit

1. Schrijf bij elk nummer woorden die je kent
2. Wat is hetzelfde op de 4 foto's?
   
3. Wat is verschillend?
4. Waarom hoort 1 er niet bij? Etc.

1

2

3

4

 Reserve activiteit

1. Maak ieder 2 zinnen waarbij je de woorden op het  bord gebruikt (meervoud/ vorm van werkwoord)
2. de zinnen in de verleden tijd
3. Kun je voegwoorden gebruiken?
   

woordle.org