Karneval / Fasching

Karneval / Fasching
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Karneval / Fasching

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over carneval
in Duitsland?

Slide 2 - Carte mentale

Karneval
Ik vind Karneval een fantastisch feest.
Ik ben een keer bij een karnevals optocht geweest.
Ik heb wel vaker karneval gevierd.
Ik heb nog nooit iets met karneval gedaan.

Slide 3 - Sondage

Karneval
  • Carnaval wordt in Duitsland vooral gevierd in de steden langs de Rijn.
  • Vanaf 27 februari wordt er onder andere in Keulen, Düsseldorf, Aken, Bonn en Mainz volop feest gevierd.
  • Vooral in Keulen is het carnavalsfeest populair, hier kun je op Rosenmontag (den 3. März 2025) de grootste carnavalsoptocht van Europa zien.

Slide 4 - Diapositive

Carnaval in Köln (Keulen)
De oorsprong van het Keulse Karnaval gaat terug tot de Romeinse tijd toen Keulen een Romeinse vesting was. 
Nu zijn er ongeveer 160 carnavalsverenigingen die met versierde wagens door de binnenstad rijden. Deze optocht is 7 km lang!

In de optocht op Rosenmontag worden daar enorme hoeveelheden snoep het publiek in gegooid

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Uit welke religie komt "Karneval" oorspronkelijk?
A
Het boeddhisme
B
De islam
C
Het jodendom
D
Het christendom

Slide 7 - Quiz

Waarom droegen ze vroeger verkleedkleding?
A
Dit vonden ze leuk
B
Ze jaagden de winter weg
C
Ze jaagden de zomer weg
D
dit droegen ze altijd

Slide 8 - Quiz

Waar spreekt men van "Fasching"?
A
In het noorden van Duitsland
B
In Nederland
C
In het zuiden van Duitsland
D
In Spanje en België

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

2

Slide 11 - Vidéo

00:29
Wat betekent ''der Nubbel''

Slide 12 - Question ouverte

00:59
1. Wat symboliseert de "Nubbel"?
A
De winter die wordt verdreven en de lente die komt
B
Een zondebok voor de tijdens het carnaval begane misstappen
C
Een traditionele carnavalsprins gekozen door de middenstand
D
Een symbool van vruchtbaarheid dat uit de 18e eeuw komt

Slide 13 - Quiz

"Fastnacht" is de nacht voordat de mensen gaan vasten.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er in Köln geroepen tijdens "Karneval"?
A
Ahoi!
B
Alaaf!
C
Helau!
D
Woehoee!

Slide 15 - Quiz

2

Slide 16 - Vidéo

00:59
Wat is traditie bij "Weiberfastnacht''?
A
de vrouwen worden gekust
B
de vrouwen knippen de stropdas bij mannen af
C
de mannen knippen de haren bij vrouwen
D
de mannen dragen de vrouwen tijdens de optocht

Slide 17 - Quiz

01:23
Wat zijn ''Kamelle"
A
kamelen
B
vlaggetjes
C
snoepjes
D
hoedjes

Slide 18 - Quiz

1

Slide 19 - Vidéo

00:27
Waarom naam ''Fastnacht'' of Fasching''?
A
Het verwijst naar de "nacht vóór het vasten", omdat carnaval het laatste feest is voordat de christelijke vastentijd begint.
B
Het komt van een oud-Germaans woord dat "feestelijke verkleding" betekent, omdat mensen zich tijdens carnaval verkleden.
C
Het verwijst naar de middeleeuwse markten waar tijdens carnaval veel zoetigheden en vet eten werden verkocht.
D
Het is afgeleid van een keizerlijk decreet uit de 16e eeuw dat bepaalde dat er vóór Pasen één grote viering moest zijn.

Slide 20 - Quiz

1

Slide 21 - Vidéo

00:55
Hoeveel dagen duurt ''het vasten''? Noteer het getal

Slide 22 - Question ouverte

Karneval (Carnelevale) betekent?
A
Festen
B
Essen
C
Fleischwegname

Slide 23 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?

A
Einen Stern
B
Fliegerlied
C
Kölle Alaaf
D
Knolbeat

Slide 24 - Quiz

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?

A
Atemlos
B
Pirate
C
Kölle Alaaf
D
Pieëlhaze

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

In Köln feiern die Jecken Rosenmontag
Wat zijn Jecken?
A
de prins en de raad van 11.
B
carnavalsvierders
C
mannen met jassen
D
de burgemeester en wethouders van Keulen

Slide 27 - Quiz

An den Umzug nehmen etwa 11.000 Karnevalisten teil.
Wat betekent Umzug?
A
omkleden
B
optocht
C
uitgang
D
kostuum

Slide 28 - Quiz

Der Tag an dem die Umzüge stattfinden
Ein Synonym für Karneval
Eine Parade durch die Stadt
Die Zeit vor dem Fasten, in der die Menschen feiern
Der Rosenmontag
Der Umzug
Der Fasching
Der Fastnacht

Slide 29 - Question de remorquage

Noem enkele dingen op, die je vandaag over de Duitse "Karneval" hebt geleerd

Slide 30 - Carte mentale

Magst du Karneval?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

und einen schönen Urlaub!

Slide 32 - Diapositive