Verhoudingen 2F, les 4: Breuken en procenten

Verhoudingen 2F:

Breuken en procenten
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen 2F:

Breuken en procenten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

is hetzelfde als?
21
A
2%
B
5%
C
20%
D
50%

Slide 3 - Quiz

is hetzelfde als?
41
A
4%
B
40%
C
25%
D
20%

Slide 4 - Quiz

is hetzelfde als
81
A
8%
B
12,5%
C
80%
D
25%

Slide 5 - Quiz

Wat is meer?
A
40%
B
1/2

Slide 6 - Quiz

Wat is meer?
A
1/4
B
4%

Slide 7 - Quiz

Wat is meer?
A
3/4
B
80%

Slide 8 - Quiz

24,8 % is ongeveer?
A
7/10
B
3/10
C
1/4
D
1/2

Slide 9 - Quiz

30,6% is ongeveer?
A
7/10
B
1/2
C
3/10
D
1/4

Slide 10 - Quiz

Een jas kostte €50, hij wordt 10% duurder. De jas kost nu €60
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Een broek kostte €40, deze wordt 25% goedkoper, de broek kost nu €30
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

480 van de 800 werknemers in een bedrijf hebben kinderen. Hoeveel procent is dat ? ................... %
timer
1:15
A
50%
B
55%
C
60%
D
65%

Slide 13 - Quiz

Op de verjaardag van oom Boris in een restaurant zijn 45 gasten. 25% wil vegetarisch eten, 40% eet liever vis en de rest eet het liefst vlees.
Hoeveel mensen eten vis op de verjaardag ?

timer
1:15
A
17
B
18
C
19
D
20

Slide 14 - Quiz

24 van de 30 leerlingen uit groep 7 hebben een mobiel. Hoeveel procent is dat ?

Slide 15 - Question ouverte

120 van de 400 mensen op straat dragen een bril. Hoeveel procent is dat?

Slide 16 - Question ouverte

De politie deed een controle met 320 scooters. Eén op de vier scooters reed te hard. Hoeveel scooters reden er te hard ?

Slide 17 - Question ouverte

Sterre ziet een mooie broek in de aanbieding. Normaal kost de broek 90 euro, maar ze krijgt nu 20% korting!
Hoeveel moet Sterre voor de broek betalen ? ………………. euro

Slide 18 - Question ouverte