wetten en regels die jou moeten beschermen als consument
B
wetten er regels die de fabrikant moeten beschermen
C
wetten en regels die de overheid helpt
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
wat is het consumentenrecht?
A
wetten en regels die jou moeten beschermen als consument
B
wetten er regels die de fabrikant moeten beschermen
C
wetten en regels die de overheid helpt
Slide 1 - Quiz
Keurmerk
Consumentenrecht
maatschappelijke kosten
Logo op een product waaraan je kunt zien of het product aan bepaalde eisen voldoet.
Wetten en regels die consumenten beschermen als ze iets kopen
De kosten van de schade die niet worden betaald door de veroorzaker, maar door de samenleving
Slide 2 - Question de remorquage
Wat is géén consumentenrecht?
A
Bedenktijd
B
Maximale levertijd
C
Gratis reparatie
D
Garantie
Slide 3 - Quiz
Wat is geen wettelijke instantie die zich bezig houdt met consumentenrecht?
A
Nederlandse voedsel en waren autoriteit
B
Consumtenbond
C
Autoriteit consument en markt
D
Geschillencommissie
Slide 4 - Quiz
Wet koop op afstand
Wet productaansprakelijkheid
Colportagewet
Consumentenrecht
14 dagen bedenktijd bij online en telefonische aankopen
De fabrikant is aansprakelijk bij (gevolg)schade door een gebrekkig product
Regels over verkoop aan de deur, thuisverkopen, etc.
Recht op een deugdelijk product
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is een deugdelijk product?
A
Een product wat niet deugd
B
Een product wat door de consumentenbond gecontroleerd is
C
Een product wat met commerciële beïnvloeding verkocht wordt
D
Een product wat met normaal gebruik niet stuk hoort te gaan
Slide 6 - Quiz
Je hebt recht op een deugdelijk product. Wat is een deugdelijk product?
A
Het product moet bij normaal gebruik voldoen aan de verwachtingen die ervan mag hebben
B
Het product moet altijd van de beste kwaliteit zijn
C
Bij verkeerd gebruik moet product blijven functioneren
Slide 7 - Quiz
Wet koop op afstand
Wet productaansprakelijkheid
Colportagewet
Consumentenrecht
14 dagen bedenktijd bij online en telefonische aankopen
De fabrikant is aansprakelijk bij (gevolg)schade door een gebrekkig product
Regels over verkoop aan de deur, thuisverkopen, etc.
Recht op een deugdelijk product
Slide 8 - Question de remorquage
Gezond en veilig
Controle
Product in orde
NVWA
Warenwet
Deugdelijk product
Slide 9 - Question de remorquage
Stel dat de wasmachine lekt en de koelkast daardoor kapot gaat. Op basis van welke wet is de fabrikant aansprakelijk voor de schade?
A
Veiligheidswet
B
Warenwet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet NVWA
Slide 10 - Quiz
Bij welke wet is er sprake van een bedenktijd van 14 dagen?
A
Wet product-aansprakelijkheid
B
Colportagewet
C
Wet koop op afstand
D
Warenwet
Slide 11 - Quiz
de wet product aansprakelijkheid houdt in dat:
A
de fabrikant alleen het product vergoed
B
de fabrikant alleen de schade vergoed
C
de fabrikant zowel en product als de ontstane extra schade vergoed
Slide 12 - Quiz
Welke wet beschermt je bij verkopen aan de deur?
A
wet koop op afstand
B
warenwet
C
colportagewet
D
wet product- aansprakelijkheid
Slide 13 - Quiz
Welke wet zorgt ervoor dat er geen bedorven voedsel verkocht mag worden?
A
wet koop op afstand
B
warenwet
C
colportagewet
D
wet product-
aansprakelijkheid
Slide 14 - Quiz
Warenwet
Wet koop op afstand
Colportagewet
Wet product- aansprakelijkheid
Voor veilig voedsel en veilige producten
Rechten bij koop online of via de telefoon
Rechten bij koop aan deur of op straat
Schade ontstaan door een slecht product
Slide 15 - Question de remorquage
Hoeveel dagen heeft men bedenktijd bij "koop op afstand"?
A
15
B
7
C
8
D
14
Slide 16 - Quiz
Er gelden voor kopen op afstanden andere regels dan kopen in de winkel. Deze regels zijn vast gelegd in de Wet koop op afstand.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
12. Wat is het doel van de wet Koop op afstand
A
De klant beschermen die een koop doet in de winkel
B
De klant beschermen die een aankoop doet op het internet
C
De klant beschermen die een koop doet op internet, fysieke winkel of social media
Slide 18 - Quiz
De NVWA controleert op:
A
Hoe lekker het eten is
B
Of je de regels goed naleeft
C
Hoe de uitstraling van het eten is
D
Hoe gezellig het restaurant eruit ziet
Slide 19 - Quiz
Wat is colportage
A
Verkoop via internet
B
Verkoop aan huis
C
Verkoop in een winkel
D
Verkoop op afstand
Slide 20 - Quiz
NVWA is de afkorting van
A
Een product dat goed is voor de gezondheid
B
Een product dat goed is voor het milieu
C
Een product dat beter is dan de wet vereist
D
Een product dat normaal functioneert
Slide 21 - Quiz
NVWA is de afkorting van
A
Nederlandse vereniging water afname
B
Nederlandse Vereniging Waren Afname
C
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
D
Nieuwe Vakvereniging Waren Autoriteit
Slide 22 - Quiz
Waar staat ACM voor?
A
Auto consumenten markt
B
Autoriteit consument en markt
C
Auriteit consumenten en marketing
D
All consumer method
Slide 23 - Quiz
De ACM is een overheidsinstelling. Waar ziet de ACM onder andere op toe?
A
Dat bedrijven niet te duur, zodat de consument een eerlijke prijs betaalt.
B
Dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.
C
Dat producentenbelangen worden beschermd.
D
Dat consumentenbelangen worden beschermd.
Slide 24 - Quiz
Wat doet een geschillencommissie?
A
Adviseren/ bemiddelen bij een klacht
B
Aanbieden van verzekeringen
C
Gemeenteraad adviseren
D
Uitbetalen van werknemers
Slide 25 - Quiz
Anne heeft haar jas laten stomen. Ze is niet tevreden over het resultaat en ze vraagt om een oordeel van de geschillencommissie waar de stomerij bij is aangesloten. Hoe wordt het geschil door de geschillencommissie opgelost? De geschillencommissie:
A
Doet een uitspraak waar Anne en de stomerij zich aan moeten houden