Les 8 Politiek

Periode 2: Politiek
Maatschappijkunde HB4
Les 8: H8
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Periode 2: Politiek
Maatschappijkunde HB4
Les 8: H8

Slide 1 - Diapositive

Planning Periode 2
Week
Dag
Les
Huiswerk
  48
Di 29/11
Wo 30/11
Vr 02/12
H5 Politieke stromingen
SO!!! + H5 (vervolg)
H6: De regering bestuurt
Begrippen + SV H5
Leren voor SO (H1 t/m 4)

  49
JDW 100 jaar
...
  50
Di 13/12
Wo 14/12
Vr 16/12
H7: Het parlement beslist
H8: De provincie en de gemeente
H9: Van probleem naar oplossing

Begrippen + SV H7
Begrippen + SV H8
  51
Di 20/12
Wo 21/12
Vr 23/12
H10: Invloed op de politiek
H11: Nederland en Europa
Lesvrij
Begrippen + SV H9
Begrippen + SV H10
Begrippen + SV H11
  52 - 1
Kerstvakantie
...
   2
Di, Wo, Vr
Herhalingsweek
Examenopgaven
Planning periode 2

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen
  • Herhalen H6: De regering bestuurt het land

Na deze les kun je:
  • Uitleggen wat de taken zijn van de koning (R)
  • Uitleggen wat de taken zijn van de ministers en staatssecretarissen (R) 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Nederland is een
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 5 - Quiz

De Verenigde Staten zijn een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 6 - Quiz

Het Verenigd Koninkrijk is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 7 - Quiz

Spanje is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 8 - Quiz

Frankrijk is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 9 - Quiz

Marokko is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 10 - Quiz

Turkije is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 11 - Quiz

Saoedi-Arabië is een...
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 12 - Quiz

Hoeveel landen telt het
Koninkrijk der Nederlanden?
A
1
B
12
C
7
D
4

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Taken van de koning
De koning wordt staatshoofd door erfopvolging
De koning is onschendbaar: hij hoeft aan niemand
uit te leggen waarom hij iets doet
Taken:
  • handtekening zetten onder nieuwe wetten
  • beëdigen van nieuwe ministers en hun
    staatssecretarissen
  • troonrede voorlezen (tijdens Prinsjesdag) 

Slide 15 - Diapositive

Regering = 
Koning + alle ministers

Slide 16 - Diapositive

Taken van het kabinet
Kabinet = alle ministers en staatssecretarissen

  • bedenken van wetsvoorstellen
  • uitvoeren van aangenomen wetten
  • maken van de begroting

Slide 17 - Diapositive

Begrippen H6
monarchie
onschendbaarheid
regering = 
kabinet
staatssecretaris
algemene beschouwingen

Slide 18 - Diapositive


H7: Het parlement beslist

Slide 19 - Diapositive

Parlement = 1e & 2e Kamer
  • Eerste Kamer (75 leden): Indirecte verkiezingen
  • Tweede Kamer (150 leden): Directe verkiezingen

Burgers stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen voor het provinciebestuur. De leden van Provinciale Staten stemmen voor de Eerste Kamerleden. 

(Eerste Kamer = een "afkoelsysteem")

Slide 20 - Diapositive

De coalitie heeft een meerderheid in de Tweede Kamer nodig

In totaal: 150 zetels
De coalitie heeft er minstens 76 nodig (de helft +1)

Zo kan hun beleid (plannen voor de toekomst van Nederland) goedgekeurd worden door de Tweede Kamer

Slide 21 - Diapositive

Wat doet het parlement?
  • (Mede)Wetgeving
  • Controle van de ministers (2e Kamer)

Eerste Kamer
: alleen wetsvoorstellen goedkeuren of afkeuren (geen wetten veranderen)
Tweede Kamer: wetsvoorstellen afwijzen of veranderen. 
Daarna gaat het naar de Eerste Kamer. 

Slide 22 - Diapositive

(Mede)wetgeving
Het Parlement bespreekt alle wetsvoorstellen. Eerst de Tweede Kamer, daarna de Eerste Kamer. Meestal maken ministers (H6) de wetsvoorstellen. Maar ook een Tweede Kamerlid mag een wetsvoorstel indienen. De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen ook veranderen en ten slotte erop stemmen. Als de meerderheid van de Tweede Kamer voor is, dan is de Eerste Kamer aan de beurt. Eerste Kamer mag alleen wetten goed- of afkeuren. Er is een meerderheid van de stemmen nodig. 

Slide 23 - Diapositive

Controle
Kamerleden controleren of de ministers en staatssecretarissen hun werk goed uitvoeren. Kamerleden kunnen de minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Kamer komen, allerlei vragen beantwoorden en uitleggen waarom het mis is gegaan.  Dit is de verantwoordingsplicht of ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering. 

Het kabinet heeft een informatieplicht: het moet alle informatie aan het parlement geven en alle vragen op tijd en volledig beantwoorden. 

Slide 24 - Diapositive

Ministeriele verantwoordelijkheid
Ministers moeten de Kamerleden op de hoogte houden van hun plannen en maatregelen:

  • informatieplicht
  • verantwoordingsplicht

Slide 25 - Diapositive

Fracties
Fractie = een of meerdere personen van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging
(in de Gemeenteraad, Provinciale Staten, Parlement)

Fractievoorzitter = het "gezicht" van de partij, woordvoerder, staat vaak bovenaan de kieslijst

Slide 26 - Diapositive

Moties
Motie van wantrouwen = 

Slide 27 - Diapositive

Begrippen H7
Fractie =
Coalitiepartijen = 
Oppositiepartijen = 
Ministeriële verantwoordelijkheid = 
Informatieplicht = 
Motie = 

Slide 28 - Diapositive