Verleden tijd zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

l

Goedemorgen klas 1C

Vandaag...

- Verleden tijd zwakke werkwoorden

Maak in stilte de startopdracht. Pak je schoolspullen: lesboek, schrift, etui en wisbordje.

Herhaling:

-Je kunt een pv tt herkennen in een zin;

-Je kunt een pv vt herkennen in een zin;

-Je kan een zin in een andere tijd zetten.

Nieuw:

Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Vandaag:

• Nakijken schoolwerk
• Uitleg vt zwakke werkwoorden
• Oefenen met wisbordje
• Keuzemenu
• Schoolwerk

Nakijken!

Pak een groene of rode pen.

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer? Je hebt 3 manieren geleerd.

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?

Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Maar hoe herken je een werkwoord?

Een werkwoord is vaak een woord dat je kunt doen of dat je overkomt.

 Je kunt een werkwoord ook vervoegen. Weet je nog wat dat is?

Persoonsvorm

Uitleg:

Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.

Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Waarschijnlijk heb je op de basisschool al geleerd dat je een werkwoord in verschillende vormen kunt zetten:

ik-vorm (stam)

jij-vorm (stam + t)

hij/zij-vorm (stam + t)

wij-vorm (infinitief/hele werkwoord)

Vervoegen

Uitleg:

Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.

Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Uitleg:

Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.

Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

De regel is dus:

1. Hele werkwoord - en

2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip?

3. ja=t en nee=d

VB: durven-en=durv, de 'v' zit er niet in, dus durfde(n)/gedurfd

LET OP!! DEZE REGEL GEBRUIK JE ALLEEN IN DE VT EN BIJ HET VD!!!

't ex kofschip

Uitleg:

Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.

Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Pak je wisbordje!

Hij ................... vorige week naar Emmen
(verhuizen vt)

1. verhuiste
2. verhuisde
3. verhuizte
4. verhuizde

Zij ......... tegen haar buurvrouw
(praten vt)

1. praatte
2. prate
3. praate
4. praat

De man ............. niet lang.
(leven vt)

1. leefte
2. leevde
3. leevte
4. leefde

Het meisje ............ het beter te doen.
(beloven vt)

1. beloof
2. belooft
3. beloofde
4. beloovde

Werkwoorden met 

-de / -den

in de verleden tijd

Werkwoorden met

-te / -ten

in de verleden tijd

maken

leren

lachen

slagen

studeren

beleven

kletsen

Keuzemenu

• Je maakt opdracht 1 t/m 3 + 5  op blz. 136/137 (dit is je huiswerk)
• Extra opdracht toets (ook huiswerk)
• Afmaken puzzel startopdracht

Je werkt in stilte en alleen

Klaar? Lezen uit je leesboek

Schoolwerk. Pak je agenda!

Woensdag:

opdracht 1 t/m 3 + 5 op blz. 136/137 

Extra opdracht toets (vóór het SO)