De Amerikaan brak zijn schouder na een val, stapte op zijn fiets en reed door. Hij vond een manier om zichzelf af te leiden. Het kostte hem wel zijn gebit. Hamilton doorstond de schouderpijn door opzettelijk met zijn tanden te knarsen die daardoor zo afsleten dat de zenuwen bloot kwamen te liggen.
[4] Wielrenner Tjallingii maakte ook zoiets mee. “Je gaat gewoon altijd door, want je wilt je doel halen. Dat had ik in 2012 toen ik viel in de Tour op 35 kilometer van de aankomst. Ik verging van de pijn, maar ben toch maar naar de finish gefietst.
Achteraf bleek mijn heup gebroken. Ik zou het morgen weer doen. Blijven liggen als je nog kunt opstaan, doe je gewoon niet volgens mij. Dan kun je beter de finish proberen te halen.”
Waarschuwingssignalen
[5] “Een wielrenner zal de uiterste grenzen van zijn lichaam opzoeken”, zegt sportarts Guido Vroemen. “Ook tegen alle waarschuwingssignalen van dat lichaam in. Het afzien gebeurt wanneer je tank leeg is. Je energie is op, maar je wilt het tempo volhouden. Daar komt kracht bij kijken.